Column: Weggegooid geld
Of ze denken zelf een blijver te blijven, of ze denken als wijker hun bedrijf nog te kunnen verkopen aan een blijver. Een kalverintegratie als Van Drie lost dit simpel op: wanneer ze het aantal locaties wil verminderen, verlenen ze eenvoudigweg geen nieuwe contracten meer aan het ondereind. Varkensintegraties doen wereldwijd niet anders.
Voor de oudste stallen op mijn eigen erf heb ik de keuze ooit gemaakt om geen nieuwe inrichting meer te installeren, maar enkel nog gebruikte en daarmee heb ik deze stallen uiteindelijk afgewaardeerd naar de showrooms als nieuwe bestemming zonder varkens.
In het bedrijf als geheel wordt nog wel volop geïnvesteerd; ik ga ervan uit dat deze nog langer dan tien jaar meegaat. Wie er de scepter zwaait over tien jaar doet minder ter zake.
Rendement
De waarde van bedrijven zal steeds meer afhangen van het rendement dat aantoonbaar overlegd kan worden. Dat rendement zal niet alleen blijken uit hoge productiecijfers want deze zijn meer boerafhankelijk dan stalafhankelijk.
Van belang is of de kostenkant onder controle is; gewaarborgde onafhankelijkheid van derden. Stel dat een bedrijf is uitgerust met zonnepanelen, een houtsnipperkachel en een eigen waterbron. Bij aanvang van elk jaar ligt de warmte dan al voor een derde van de gasprijs in de loods, de zon gaat voor niets op en het gratis water wacht met smart om opgepompt te worden.
Wanneer het bedrijf enkel met losse grondstoffen en een paar procent premix uit de voeten kan, gaat ook hier niemand aan de haal met marges voor malen en mengen, persen en brengen. Er ligt nog een wereld aan mogelijkheden open; helaas drukt het bancair allemaal op de financieringslasten per zeug/vleesvarken. Dat maakt dat de focus bij velen nog steeds gericht is op het investeren in staarten en bijbehorende plaatsen.