Column: Kom in actie tegen Brabantse anti-veehouderij
Op zich is het niet gek dat er hoge eisen worden gesteld aan bedrijven in het dichtbevolkte Brabant. Dat geldt dus ook voor boerenbedrijven. Echter, het is onmogelijk ondernemen als de regels tijdens het spel steeds veranderd worden. Na moeizame discussies worden afspraken gemaakt over dierenwelzijn, milieu en omgevingsinpassing. Dat zijn lange termijn afspraken zodat ondernemers er naar toe kunnen werken, door te investeren of met beleid te stoppen. Nu wordt in één keer een afspraak van 2028 naar voren gehaald, naar 2020. Een onmogelijke opgave voor de veehouders en het zou de nekslag kunnen zijn voor de helft van de boeren in Brabant. Dat vindt de betreffende gedeputeerde (ik noem geen namen) niet zo’n probleem. Hij is er niet voor de boeren, maar voor de natuur. Een dergelijke uitspraak van een democratisch gekozen politicus is belachelijk. Hij mag natuurlijk de natuur belangrijk vinden, maar dat zo ongenuanceerd boven mensen stellen gaat wel heel ver en dan is het sociale van zijn partij ver te zoeken.
Nu zijn de veehouders niet de enigen die de dupe zijn van deze politiek. Er zijn veel bedrijven in Brabant die zaken doen met veehouders en dus voor hun omzet afhankelijk zijn van die veehouder. Bedrijven die volledig en direct afhankelijk zijn van de boer zijn bijvoorbeeld veevoerleveranciers, dierenartsen, slachterijen, stalinrichters en fokkerij-organisaties. Maar er zijn nog veel meer bedrijven die (een deel van) hun omzet (direct of indirect) bij de boer halen zoals aannemers, installateurs, boekhouders, transporteurs, mesthandelaren, veehandelaren, advocaten. En rondom deze bedrijvigheid is het een wirwar van nog meer bedrijvigheid. Uiteindelijk denk ik dat meer dan de helft van de huidige Brabantse economie draait op de veehouder. Sowieso is het economische succes van Brabant gebaseerd op de veehouderij (en een beetje Philips). Dat wordt vergeten door de bestuurders. Ach, die paar boeren die verdwijnen. Ze zijn oud en hebben toch geen opvolgers. En ze klagen dat ze niets verdienen, dus waar maken ze zich druk om. Ondertussen verdwijnen er ook duizenden banen in de periferie van de primaire landbouw. En dat banenverlies lossen we niet zo maar op. Gelukkig heeft de SP wel een oplossing: een mooie uitkering.
Er wordt in Brabant veel gesproken over Agri en Food. Er moeten keuzes worden gemaakt, want we kunnen niet overal goed in zijn en we zijn goed in Agri en Food. Er wordt echter vooral gefocust op Food. De grote supermarkten, vlees- en melkverwerkers, cateraars en restaurants. Zij worden met open armen ontvangen in stad en platteland en bij de heren en dames politici. Maar wat moeten die bedrijven zonder Agri? Waar haalt Vion zijn dieren vandaan als ze verdwijnen uit Brabant? En Frits en Koen kunnen wel vlees kopen buiten de grenzen maar dat strookt niet met hun kwaliteits- en duurzaamheidsbeleid. Het wordt tijd dat de Agri-kant van de voedselproductie zijn verdiende aandacht krijgt.
Ik roep de periferie bedrijven op zich te laten horen. ZLTO en NVV hebben hulp nodig in hun politieke lobby. Helaas wordt bij hun lobby-activiteiten te vaak gedacht ‘daar heb je die boeren weer’. Het is belangrijk dat we laten horen en zien hoe groot de sector is en hoe belangrijk ze is voor de Brabantse economie en maatschappij. Ik heb namens een paar grote periferie-bedrijven een brief naar de Provinciale Staten van Brabant gestuurd en binnenkort gaan we met enkele politieke partijen in gesprek. Maar dat is niet voldoende. We moeten laten zien hoe groot we zijn. Dus ondernemers, ga in gesprek met de beleidsmakers, Facebook en Twitter er op los of schrijf brieven naar de krant! Je mag je ook bij mij melden om steun te bieden aan onze acties.