Column: De varkenshouderij is high tech landbouw
Kennis en innovatie is essentieel maar die ontstaat alleen maar vanuit de maakindustrie. De zuid-as in Amsterdam voegt geen waarde toe en faciliteert alleen maar. Daar verdient Nederland geen geld mee. Nederland is een exportland. Kennis exporteren is een korte termijn belang. Exporteer mooie producten die het kwaliteitslabel ‘made in Holland’ dragen. In die producten zit onze kennis. Als we dingen maken lopen we tegen zaken ter verbetering aan. Daar vinden we een mooie oplossing voor. Dat noemen we dan innovatie. Soms zijn innovaties dermate verrassend dat ze leiden tot nieuwe markten en patenten. Dat hoeft de overheid helemaal niet te stimuleren. Schaf al die onzinsubsidies af (die komen toch inde verkeerde zakken) en laat bedrijven vrijer. Een innovatie die alleen maar met subsidie tot stand komt is niet duurzaam.
Ons grootste exportproduct (of eigenlijk sector) is de landbouw. Bloem, vlees en zuivel voeren de lijst aan en daarmee zijn we tweede exporteur ter wereld van landbouwproducten (>81 miljard in 2015). Afgeleid daarvan hebben we ook nog voor meer dan 8 miljard landbouwgerelateerde producten uitgevoerd (zoals machines). Zonder landbouw ook geen ontwikkeling op dat gebied. Jammer dat landbouw onderaan de lijst staat als het gaat om innovaties. We zijn namelijk harstikke innovatief, dat bewijst deze export wel. Het leidt echter zelden tot patenten en daar kijkt de overheid naar.
De agrarische sector (de primaire sector) is een belangrijk onderdeel van de maakindustrie. Bovendien een schakel in het agrifood-complex waar we zo trots op zijn. Maar alle credits en geld gaan naar de dozenschuivers (supermarkten). Waarom mag een boer niet ondernemen als Frits van Eerd (van de Jumbo), groot en vergaand geautomatiseerd?
De varkenshouderij is high tech landbouw. Die is intensief in de zin dat we weinig hulpbronnen nodig hebben om een eindproduct te maken. Een vleesvarken heeft ongeveer 2,5 kg voer nodig om een kg te groeien. Meer dan de helft van dat voer zijn bijproducten. Dat zijn producten die vrijkomen bij de productie van humane voeding en niet (meer) geschikt zijn voor ons eten. Een varken kan daar heel veel mee. Sommige producten komen van ver (zoals sojameel, ook een bijproduct) maar verreweg de meesten (>90 procent) komen uit Europa. Omdat we daar ook het vlees, melk en eieren afzetten, mag je spreken van een kringloop. Als we ook nog de mest (bewerkt) afzetten in dit gebied, zou cirkel helemaal rond zijn. In Oss en Landhorst protesteren dezelfde beroepsbezwaarmakers tegen mestverwerking. In Oss zeggen ze: ‘hou je stront in de peel’ en in Landhorst zeggen ze: ‘ga toch op een industrieterrein zitten’. Daar zou de overheid wat aan moeten doen: een openbaar register voor beroepsbezwaarmakers.