Column: Het wordt nooit weer slecht!
Ik zie de lezer nu al de wenkbrauwen fronsen, ten eerste omdat het na een aantal beroerde jaren hoog tijd werd om gaten te kunnen dichten en wat spek op de ribben te krijgen. Daar ben ik het geheel mee eens en bij ons op het bedrijf is dit zeker niet anders. Ten tweede kijkt iedereen alweer angstvallig uit naar de volgende crisis, de bekende varkenscyclus bestaat immers uit afwisselend goede tijden en slechte tijden. Juist daar wil ik dieper op in gaan.
Goede tijden, slechte tijden
Wanneer er nu een groot varkenssymposium georganiseerd zou worden, zou ik deze de titel “het wordt nooit weer slecht” meegeven en dan sprekers uitnodigen uit sectoren waar het nooit slecht gaat. Die kunnen we dicht bij huis zoeken, denk aan de farmacie en de voerindustrie, de meesten van hen hebben nog nooit een verliesjaar gekend en wel flinke winstuitschieters naar boven. Op zo’n symposium dus eens geen gezeur over weer een nieuwe entstof of gezwam over het 578e nieuwe voerconcept, maar over de kunst van het duurzaam geld verdienen. Beter zou het echter zijn om sprekers van buiten de keten op dit onderwerp in te laten gaan en die zijn er genoeg.
Onvolwassenheid
Regelmatig spreek ik met ondernemers van buiten onze sector welke immer marge maken. Aan zelfbeklag of zielig medeleven hebben we niks, dus vraag ze op de man/vrouw af wat we beter kunnen doen. Het antwoord is veelal “volwassen worden”, als ondernemer en als sector. Wie kampioen wil worden, moet zich eerst als kampioen gedragen, de sleutel ligt bij ons zelf. Het is makkelijker om vanuit de huidige aantrekkelijke marktsituatie te analyseren dan vanuit een slechte periode. Vandaag weten we dat de vraag naar vlees goed is en dat het aanbod niet overhoudt. Dat is echter niet het enige wat telt. Markt is vraag + aanbod + sentiment + inspanning boer.
Groeilanden
Vorige week waren we als EPP met 250 sectorgenoten in Noorwegen voor het jaarlijkse congres. Twee landen, die het al langere tijd top doen in de varkenshouderij, waren niet of nauwelijks vertegenwoordigd. Spanje, de grootste groeier in varkensproductie, zien we al lang niet meer. Grote integraties, tot 100.000 zeugen en meer, maken er de dienst uit, ze verdienen flink door faalkosten te verbannen en hebben weinig behoefte aan kennisdeling met andere EU- landen. De varkensverzorgers zijn er meestal in loondienst of zetbaas en krijgen er kennelijk geen vrij voor. De Denen waren met 13 man matig vertegenwoordigd, druk met biggenexport boven de 80 euro.
Krimp Oostblok
Interessant is het Oostblok en daar tel ik (Oost) Duitsland nog even bij. De regelgeving neemt er inmiddels droeve vormen aan en gaat vaak al veel verder dan hier. Ondanks dat de prijzen er best zijn, denken de goed vertegenwoordigde varkenshouders er momenteel niet aan om uit te breiden. Dat is heel bijzonder en was in 2007/2010/2013, telkens na een aantal goede jaren, compleet anders. Zonder stringente regelgeving zou er nu in 2017 een hausse aan uitbreiding plaatsvinden en zou daarmee het volgende prijsdal aanstaande zijn. Daags voor het congres was ik in Duitsland bij Tönnies op bezoek en zelfs daar was men nog het meest beducht voor de politieke situatie.
Hollanders
De 60 medelanders waren goed gemutst. Zeker, de groeistuipen worden met name in Brabant afgeremd door het weinig vredelievende provinciebestuur, maar de markt maakt veel goed. Ons gastland werkte ook mee, ze mogen maximaal 120 zeugen houden, verdienen genoeg en leven relaxed. In Nederland is het wat lastig om aan goede mensen te komen, dat ervaren we zelf ook nu we een vacature hebben. Meer dan voldoende belangstelling en aanbod om het werk gedaan te krijgen, maar het is zoeken naar die ene expert met kijk op organisatie en proces. Toch zie ik dat als voordeel en zeker niet als last. Al wat makkelijk gaat levert immers voor de boer niets op.
Aanbodbeheersing
We leven niet op een eiland, ook in andere varkensregio’s binnen Europa kennen ze hun beperkingen. Regelgeving, houderijconcepten, personeelsaanbod, zie het allemaal niet enkel als last maar ook als lust. De vleesconsumptie binnen Europa neemt af en China is vandaag de kaskraker, maar niet voor eeuwig. Het is goed dat er overal remmende factoren zijn, zelf kunnen we ons immers niet beheersen. Nederland is geen eiland, het vloeit evengoed over andere Europese landen. Spanje groeit als kool, maar doet vooralsnog niets aan antibioticareductie en zal de boemerang tegemoet zien. Denemarken idem met eenzijdige focus op biggenproductie.
Inspanning boer
Waar je in Spanje niemand vindt zonder MRSA, word je in Noorwegen geruimd bij aantreffen op het varkensbedrijf. De meeste landen kennen inmiddels specifieke marktconcepten, daarin loopt Spanje weer voorop wanneer het om vleeskwaliteit gaat. De diversiteit is groot, dat vraagt veel van de producent, evengoed in Nederland. Het zijn uitdagende tijden en er zullen ooit weer lagere opbrengstprijzen volgen. Toch nog eens weer op de agenda plaatsen van Europese collega varkensproducenten. De OPEC heeft wereldwijd de productiebeperking op olie weer verlengd, dan kunnen wij dat toch ook? Laat het niet over aan ketenpartners, zij hebben heel andere belangen.
Met vriendelijke groet
Johnny Hogenkamp