Hogan: Volgend GLB moet minder centralistisch
Het huidige GLB bestaat uit gedetailleerde vereisten vanuit de EU, met strakke controles en boetes. Boeren moeten zich aan regels houden die vanuit het verre Brussel EU-wijd zijn opgesteld. Maar, betoogt Hogan in het visiedocument, de Europese landbouw is zeer divers en sterk beïnvloed door klimaatverschillen, en daarin past een top-down, one-size-fits-all-aanpak niet.
Daarom wil Hogan dat in het volgend GLB de Commissie enkel randvoorwaarden vaststelt zoals doelstellingen van het GLB, breed geschetste mogelijkheden voor interventie, en basisvereisten, en de lidstaten dit verder moeten invullen. De lidstaten moeten dan een strategisch plan opstellen waarin ze laten zien hoe ze de GLB-middelen zo efficiënt en effectief mogelijk gebruiken om de EU-doelstellingen te bereiken.
Directe betalingen blijven op EU-niveau
De directe betalingen, het instrument waarmee de EU misschien wel het meest ingrijpt in de landbouw, blijven evenwel in handen van de Commissie. Dat (gedeeltelijk) overlaten aan de lidstaten zou het functioneren van de interne markt kunnen verstoren. Bovendien helpen centraal verstrekte directe betalingen aan het gelijktrekken van boereninkomens in West- en Oost-Europa (kostenverschillen voor land en voor arbeid meegerekend).
Maar verder wil Brussel centraal niet meer geld uittrekken. Niet voor risicomanagement, bijvoorbeeld. Boeren hebben te maken met risico's van marktschommelingen, klimaatverandering en fytosanitaire crises, maar hebben in het algemeen te weinig kennis van instrumenten om zich tegen deze risico's in te dekken. De Commissie ziet meer in het vergroten van deze kennis bij boeren, zodat ze zichzelf kunnen helpen, dan in het reserveren van meer geld om bij crisissen in te grijpen. Maar ook lidstaten kunnen hier dingen doen, bijvoorbeeld door het veranderen van belastingregels die boeren hinderen in het aanleggen van financiële buffers.
Vijf doelstellingen
Doelstellingen voor het GLB die de EU beschrijft in het document, zijn:
Onderzoek en ontwikkeling, 'smart farming'. Technologische ontwikkelingen en digitalisering maken grote sprongen in efficiency mogelijk, maar in de praktijk worden deze ontwikkelingen niet adequaat ingezet, met geografisch grote verschillen. Ook de toegang tot relevante of nieuwe kennis is niet optimaal in de EU. Daarom moet toegang tot kennis, innovatie en technologie een belangrijk onderdeel worden van het nieuwe GLB.
Milieu en klimaat. Boeren zijn onmisbare managers van ecosystemen, habitats en landschappen. De huidige regels, met cross compliance, 'groene' directe betalingen en vrijwillige milieu- en klimaatmaatregelen, zijn te star om het doel op een efficiënte manier te bereiken. In plaats daarvan wil de Commissie naar een systeem waar lidstaten zelf moeten invullen hoe ze de op EU-niveau gestelde doelstellingen willen halen.
Het ondersteunen van welvaart op het platteland. Het GLB moet ook het instrument zijn om het platteland leefbaar te houden, om te zorgen voor bereikbaarheid met het openbaar vervoer en het scheppen van banen. Groei van de bio-economie moet daarom een prioriteit zijn in de strategische GLB-plannen van landen.
Het ondersteunen van jonge boeren. De landbouwsector kan enkel welvarend, dynamisch en innovatief zijn als er genoeg nieuwe boeren zijn om de oude generatie op te volgen. Maar jonge boeren hebben te maken met flinke obstakels om een bedrijf te starten.
Gezondheid, voedingsstoffen en verspilling. Het GLB moet niet enkel zorgen voor zaken als voedselveiligheid en het tegengaan van antibioticaresistentie, maar ook een rol spelen in het bevorderen van een meer gezonde levensstijl voor EU-burgers en in het tegengaan van slechte voedingsgewoonten.