Verlanglijst TK: Week vd Boer, minder dieren en een nationaal akkoord
Het is weer de tijd van de Algemene Politieke Beschouwingen, waarin politieke partijen hun visie geven op de staat van het land en waarin de regering de begrotingen en plannen van de verschillende ministeries verdedigt tegenover de Tweede Kamer. Maar dit jaar vertoont de begroting niet de visie van de regering. Die is nog opgesteld door de vorige, demissionaire, regering en is dus beknopt gehouden. De plannen van het huidige kabinet zijn er nog niet in meegenomen. Daar zagen partijen ruimte om hun eigen wensen aan de minister door te geven.
VVD en CDA zijn als vanouds trots op de landbouw. Helma Lodders pleitte bij de minister zelfs om een Week van de Boer te organiseren, waarin de successen van de Nederlandse landbouw onder de aandacht worden gebracht. Het CDA wil dat de regering de positie van de boeren versterkt, onder meer door het instellen van een bedrijfsovernamefonds voor jonge boeren en door geestelijke gezondheidszorg voor boeren die getroffen worden door crisissen of door overheidsingrijpen.
Aan de andere kant was het blok van GroenLinks, SP en Partij voor de Dieren, die vooral negatieve kanten van de landbouwsector zien. Volgens hen berokkent de landbouw grote schade aan milieu en duurzaamheid. Hun eensluidende visie is dat Nederland toe moet naar een landbouw met minder dieren en minder gewasbeschermingsmiddelen. Zij maken zich zorgen om de groei van de geitenhouderij. Rik Grashoff (GroenLinks) vroeg daarom om ook voor deze sector dierrechten te introduceren. Frank Futselaar (SP) erkende dat boeren vaak onmogelijk de noodzakelijke vergroeningsmaatregelen kunnen nemen, omdat de marges daarvoor te klein zijn. „De miljoenairs in de voedselketen vind je bij bijvoorbeeld de diervoederproducenten, de armoede bij de melkveehouders”, analyseerde hij. Daarom pleitte de SPer voor een aanpak van de hele keten.
Andere partijen zagen goede en slechte kanten aan de Nederlandse landbouw. Tjeerd de Groot (D66) beaamde dat de Nederlandse boeren tot de meest efficiënte ter wereld behoren, maar, zei hij, „toch putten we de aarde uit.” Daarom pleitte hij voor overheidsbeleid om de ‘lineare’ landbouw, zoals hij het noemde, om te bouwen tot een kringlooplandbouw. Te beginnen met een overzicht van wetgeving die deze kringlooplandbouw belemmert.
William Moorlag (PvdA) zag dezelfde problemen. „De landbouw is van grote betekenis voor ons land”, erkende hij, „en er zijn veel zaken waar we hartstikke trots op kunnen zijn. Maar die landbouw gaat ook gepaard met een onaanvaardbare milieuschade.” Hij zag dat de samenleving, en de politiek, zich heeft ingegraven in posities van waaruit ze de landbouw enkel prijzen of enkel afmaken. Die patstelling verlamt de sector en belemmert de weg naar een systeem van duurzame landbouw. Hij riep de minister daarom op om samen met de landbouwsector, de voedingsindustrie en de detailhandel, en met de natuur- en milieuorganisaties om te tafel te gaan zitten om te komen tot een nationaal landbouw- en natuurakkoord.
Hij vond hierin gehoor bij de christelijke partijen. Roelof Bisschop (SGP) focuste ook op de verduurzaming van de landbouw. Hij wees erop dat boeren daar al stappen voor zetten, maar dat ze de financiële middelen niet hebben om een echt duurzame landbouw te voeren. Burgers betalen er niet voor, en milieupartijen roepen wel, maar hebben er geen geld voor over. Een landbouwakkoord waarbij de hele keten meedoet is volgens hem ook een oplossing. En ook de ChristenUnie wil tot een, hoe Carla Dik-Faber het noemde, ‘volhoudbare’ landbouw te komen, die goed en veilig voedsel oplevert, een goed inkomen voor de boer en minder belasting voor het milieu en biodiversiteit. En ook zij wil dat partijen in de keten en daarbuiten tot elkaar komen om dit te realiseren.
Minister Schouten luisterde woensdag naar de vragen en wensenlijstjes van de partijen. Donderdagavond zal ze hierop antwoorden, en het beleid dat ze wil uitvoeren, uiteenzetten.