Na 2020 minder inkomenssteun naar boeren in rijkere EU-landen
De Commissie wil nu af van het feit dat onder het oude steunsysteem circa 20 procent van de boeren 80 procent van de directe betalingen ontvangt. Zij erkent dat meer dan de helft van de begunstigden van de steun zeer kleine landbouwbedrijven zijn, maar dat 72 procent van de betalingen (in 2015) naar middelgrote bedrijven vloeide die tussen de 5 en 250 hectare groot zijn. Ook zeer grote landbouwbedrijven slokten veel steun op. Op zich vindt de Commissie het niet verkeerd dat veel aandacht uitgaat naar deze vaak professionele familiebedrijven die ruim 70 procent van het landbouwareaal in de EU beheren. Maar zij wil toch een eerlijker en vooral beter gericht steunregime waarvoor landbouwcommissaris Phil Hogan in mei 2018 met voorstellen zal komen.
In verband met de Brexit en de verschillende uitdagingen waarvoor de EU de komende jaren komt te staan zoals de oplopende kosten in verband met het klimaat, de migratie en de veiligheid zullen er bij de politieke onderhandelingen tussen de lidstaten over het daarmee verbonden financiële plaatje voor de periode na 2020 moeilijke knopen doorgehakt moeten worden. Volgens de ambtenaren is het onvermijdelijk dat er hierdoor harde onderhandelingen zullen plaatsvinden over het landbouwbudget dat sommige lidstaten het liefst verminderd zien worden gezien boven vermelde nieuwe uitdagingen.
De Commissie heeft inmiddels zonder nader in te gaan op de financiële consequenties ervan een viertal mogelijkheden in gedachten voor de hervorming van het systeem van de directe betalingen. De eerste mogelijkheid is een verplichte aftopping van die betalingen, waarbij rekening wordt gehouden met de werkgelegenheid die een bedrijf biedt. Een tweede optie is het invoeren van degressieve betalingen om zo de inkomenssteun aan grotere (rijkere) bedrijven te verminderen.
Als derde mogelijkheid noemt de Commissie een systeem van herverdelingsbetaling waarmee zij op een gerichtere manier inkomenssteun kan verlenen aan kleine- en middelgrote landbouwbedrijven. Een vierde optie is ervoor de te zorgen dat de steun echt terechtkomt bij boeren die actief het beroep van landbouwer uitoefenen en daarmee in hun levensonderhoud voorzien. Een wat overbodig lijkende optie waarmee de Commissie mogelijk wil duidelijk maken dat er geen inkomenssteun meer wordt gegeven aan personen en zaken die niets met de landbouw te maken hebben.
Tekst: Jan Schils
Beeld: Ellen Meinen