Kosten mestafzet per kg slachtgewicht sterk gestegen
Maar, qua productiekosten van een big van 30 kg verslaan we de Duitsers
Er zijn ook lichtpunten. Onze zeugproductiviteit ligt weliswaar achter op die van de Denen, maar we scoren qua productiekosten van een big beter dan de Duitsers. En dat maakt import van Nederlandse biggen daar aantrekkelijk. Ook is de achterstand in kostprijs is in 2016 niet verder opgelopen. Dat we voor hogere kostprijs produceren komt vooral door een iets achterblijvende zeugproductiviteit en de mestafzetkosten. Nederlandse varkenshouders produceerden vorig jaar 7 à 8 cent per kilo slachtgewicht duurder dan gemiddeld in West-Europa. Onze achterstand lopen we op bij de punten zeugproductiviteit, mestkosten en de biggenproductie.
Zeugproductiviteit
De zeugproductiviteit - uitgedrukt in slachtvarkens per zeug per jaar - blijft achter bij de ontwikkelingen in andere landen. Terwijl de toename hiervan in Denemarken op 2,3 ligt, bedroeg dat in de Nederlandse varkenshouderij slecht 1,4. Een achterstand hier resulteert in hogere productiekosten per big. In Nederland liggen deze per big van 30 kilo op 54 euro. In Denemarken en Duitsland is dit respectievelijk 50 en 58 euro volgens deze inventarisatie. Dat vormt mede de verklaring voor toegenomen biggenstroom richting Duitsland. De verwachting is dat de zeugenstapel in Duitsland verder onder druk komt te staan. Dat verruimt de exportmogelijkheden voor Nederlandse biggen.
Voerconversie
De gemiddelde voerconversie in Nederland ligt op 2,67, wat het laagste is van alle landen in deze InterPIG-vergelijking. De bedrijven onderling verschillen nog steeds sterk. De Kengetallenspiegel van Agrovision geeft een bandbreedte van 2,39 in de laagste 20 procent-groep tot 2,76 in de hoogste 20 procent-groep in Nederland. Daar is zeker nog ruimte voor verdere verbetering. Toch zit gemiddeld de Nederlandse vleesvarkenshouderij qua kostprijs hier in het nadeel. Dat komt vooral door hogere voer-, mest en personeelskosten.
Mestafzetkosten
De mestafzetkosten zijn dus iets waarmee Nederland enorm mee in het nadeel zit. Deze zijn sterk gestegen en bedragen nu 11 cent per kilo slachtgewicht op een gesloten varkensbedrijf. In 2004 was dat nog 6 cent. In omringende landen liggen de mestafzetkosten op slechts 1 tot 4 cent per kilo slachtgewicht. Niet alle mest hoeft buiten het bedrijf afgezet te worden, maar de afzetprijzen hiervan in Nederland bedroegen in 2016 22 tot 25 euro per ton drijfmest. Het jaar 2017 laat hierin een daling zien.
Structureel nadeel
De productiekosten van varkensvlees in de EU zijn structureel hoger dan in de Verenigde Staten, Canada en Brazilië. De maisexport vanuit Brazilië naar de EU is de laatste jaren gestegen. Dit werd bevorderd door de zwakke koers van de real. Door tegenvallende weersomstandigheden is de maisopbrengst in 2016 met 21 procent gedaald. Dit leidde tot prijsstijgingen van de mais met 60 tot 75 procent in één jaar tijd en dat maakte het hele voerpakket 20 tot 25 procent duurder.
Tekst: Broer de Boer
Groeide op in de NOP, op een gemengd landbouwbedrijf. Na de HAS startte hij in 1980 bij de varkens K.I. Tien jaar later ging hij naast deze baan voor Agrio schrijven. Zijn landbouwkundige en technische kennis gebruikte hij vanaf 1996 als redacteur voor TNO en andere uitgevers. Sinds 2015 is hij weer actief als redacteur voor Pig Business.
Beeld: Hans Swaep
Bron: Wageningen Economic Research