Duitse varkenshouders willen duidelijkheid castratie
2018 moet in het Duitsland het jaar van beslissing worden, omdat het land op 1 januari 2019 een wettelijk verbod op onverdoofd castreren wil invoeren. Wat er tot nu toe aan alternatieven op tafel ligt, is volgens de Duitse varkenshouderijsector niet voldoende om de biggenproductie in Duitsland te behouden.
De angst is er dat Duitsland een enorme hoeveelheid concurrentievermogen zal verliezen, in vergelijking met de geïmporteerde biggen uit landen als België en Denenmarken, als er wel totaal andere oplossingen mogelijk zijn in het buitenland.
Vierde weg
De Duitse sector kijkt vooral naar de Denen en Belgen. In Zweden en binnenkort ook in Denemarken mogen varkenshouders de plaatselijke verdoving voor castratie zelf uit te voeren na het volgen van een cursus. De Duitse boeren willen dat deze ‘vierde weg’ met het verdovingsmiddel Procain ook in hun land mag worden toegepast, maar dat stuit op maatschappelijke en politieke weerstand. Ze wijzen ook op het feit dat er binnen de EU gelijke wetgeving zou moeten zijn. Als de Denen het mogen, dan moet dit voor de Duitsers ook mogelijk zijn.
Geen wetgeving
Verder vinden de varkenshouders dat er geen wettelijke verplichting zou moeten zijn en dat de invoerdatum van 1 januari 2019 van tafel moet zonder goed alternatief. Ze wijzen naar België. Ook dit land had een datum vastgesteld ( 1 januari 2018) om te stoppen met onverdoofd castreren, maar België ziet inmiddels dat dit onmogelijk is zonder de export negatief te beïnvloeden. De Belgische sector heeft daarom besloten, ondanks eerder afspraken, geen stop op onverdoofd castreren in te stellen.
Nederland kent geen verbod, maar wel afspraken met de retail dat er gewoon berenvlees op de Nederlandse markt wordt verkocht of dat er verdoofd gecastreerd wordt. Ook deze vrijwillige optie is voor de Duitse varkenshouders acceptabel.