Wageningen Livestock Research benoemt vijf indicatoren voor stalklimaat
Nederland hanteert voor de wettelijke borging van dierenwelzijn zogenaamde ‘open normen’. Dat betekent dat het doel wordt aangegeven waaraan de varkenshouder moet voldoen. Zo mag het stalklimaat niet schadelijk zijn voor het dier. Hiermee heeft een varkenshouder de vrijheid om zelf de weg te kiezen waarlangs hij dit doel bereikt. Voor de NVWA maken deze open normen het handhaven lastiger. Het doel van dit pilotproject was daarom het ontwikkelen van indicatoren op basis waarvan bedrijven kunnen worden gesignaleerd die mogelijk niet aan de open norm voor stalklimaat voldoen.
Samenwerking met NVWA
Het onderzoek is in nauwe samenwerking tussen Wageningen Livestock Research en de NVWA uitgevoerd. In het voorjaar van 2016 werd er data verzameld op bedrijven met gespeende biggen en vleesvarken. In totaal zijn gegevens van 64 bedrijven met biggen en van 32 bedrijven met vleesvarkens verzameld.
In het rapport 'Signaalindicatoren bij handhaving van "OpenNormen" voor dierenwelzijn' hebben de onderzoekers vervolgens vijf indicatoren voor een goed stalklimaat benoemd.
- Concentraties koolstofdioxide (CO2) en ammoniak (NH3) in de lucht
- Mate van roodheid en/of bevuiling in de ogen
- Mate van oorbijten
- Mate van staartbijten
- Mate van bevuiling van de dieren
Voor elk van deze kenmerken is aan de hand van de literatuur een grenswaarde gekozen, die bij overschrijding bij de varkens tot welzijnsvermindering leidt.
Het gehele rapport is hieronder te vinden als kennisdocument.