Hogan: 20 lidstaten versterken positie boeren, Nederland niet
Op de vraag waarom de Commissie dat nu pas heeft gedaan, vertelde Hogan dat de politieke wil er eerder niet was. De lidstaten, in de Raad van Ministers, en het Europarlement, moeten akkoord gaan voordat ideeën van de Commissie in wet worden omgezet, en voor de landbouwcrisis van 2015 was er daar geen meerderheid voor versterking van de marktpositie van boeren. Tegenwoordig is die er wel.
GLB 2020-2026
Hogan ging ook in op het nieuwe GLB, zoals de Commissie dat ziet. De regels worden vereenvoudigd en er wordt meer aan de lidstaten overgelaten. De ‘one size fits all’-benadering die in het GLB zat ingebakken, past niet binnen de diversiteit van de landbouwpraktijken in de Europese lidstaten. De Commissie wil daarom meer afstand nemen en de lidstaten meer ruimte geven om hun eigen beleid te maken. De Commissie bepaalt wel welke resultaten die lidstaten dan moeten halen en monitort daarop. Lidstaten die de resultaten niet halen, kunnen worden gekort in hun GLB-budget.
Niet alles wordt in de visie van de Commissie aan de lidstaten overgelaten; de inkomenstoeslagen blijven op Europees niveau bepaald worden. Die toeslagen zijn volgens Hogan een beloning voor de publieke diensten die boeren leveren; voedselveiligheid en voedselzekerheid, en in toenemende mate ook bijdragen aan het milieu, klimaatadaptatie, biodiversiteit en het landschap. In het nieuwe GLB zullen boeren die daaraan werken, gecompenseerd worden via hogere toeslagen. „Boeren zitten in een unieke positie om aan deze publieke diensten bij te dragen, en daarvoor moeten ze beloond worden”, vertelde Hogan.
Ook moet het nieuwe GLB meer geïntegreerd worden met ander EU-beleid. Hogan noemde als eerste de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water, maar hij denkt ook bijvoorbeeld aan EU-beleid op de gebieden van circulaire economie, energie en de digitale economie.