Mestfraude al jaren bekend bij overheid
De misleiding met mest was dus al langer bekend bij het toenmalige ministerie van Economische Zaken. Het rapport werd echter niet openbaar gemaakt, maar verscheen deze week wel in de Staatscourant. In het rapport geven Blauw en Korff 37 adviezen om fraude met mest te bestrijden.
De aanpak van deze fraude is voor de sector weinig zichtbaar en het is noodzakelijk om deze gezamenlijkheid te doorbreken, zo concludeerden de beide onderzoekers al in 2016. Het frauderisico neemt aanzienlijk toe door onder meer lage prijzen in de varkenssector, het wegvallen van het melkquotum en tegelijkertijd de vaak precaire financiële situatie in de melkveehouderij, strengere gebruiksnormen in de akkerbouw, extra verwerkingsplicht en de opkomst van mestscheiders.
Openbaar maken rapport
In brief aan de Tweede Kamer van december schrijft de minister waarom het rapport niet eerder openbaar is gemaakt. „Voor de goede orde merk ik op dat de toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken uw Kamer op 21 november 2016 heeft geïnformeerd over het streven van de rijksoverheid om externe onderzoeksrapporten binnen 28 dagen openbaar te maken. Deze richtlijn geldt uiteraard ook voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het genoemde rapport stamt van voor die tijd.”
Relevante adviezen
Minister Schouten schrijft verder dat de adviezen, voor zover ze relevant zijn, betrokken bij de vormgeving van maatregelen om de naleving van de mestregelgeving te verbeteren. „Zo is, in lijn met de adviezen, ingezet op een verdere digitalisering van aangiften en is onderzocht of bij bepaling Near-infrared Spectroscopy (NIRs) een goed alternatief is voor de huidige methode waarbij de monsters in het laboratorium worden geanalyseerd”, schrijft de minister.
De Commissie Deskundigen Meststoffenwet heeft volgens Schouten hierover ook advies uitgebracht. Er is nader onderzoek en uitwerking nodig voordat besloten kan worden of dit daadwerkelijk ingevoerd kan worden voor de verantwoording van fosfaat en stikstof zoals dat in de Meststoffenwet is voorgeschreven. Verder ziet een deel van de adviezen op de vormgeving van monstername bij mest. Hiervoor is per 1 oktober 2017 de onafhankelijke monstername van start gegaan.
Export mest
Het rapport bevat volgens de minister ook een aantal adviezen die niet passen binnen de huidige beleidsopvattingen. Zo wordt geadviseerd om exportvrachten uit te zonderen van de verplichte toepassing van AGR/GPS, een systeem waarmee de positie en het moment van laden en lossen van transporten wordt geregistreerd. Per 1 januari 2017 geldt de AGR/GPS-verplichting echter juist ook voor de export van behandelde vaste dierlijke mest. De AGR/GPS-verplichting is nodig als een van de anti-fraude maatregelen.
De minister heeft de Tweede Kamer beloofd dat ze de adviezen uit het rapport zal betrekken bij de beoordeling van het plan van aanpak van de sector naar aanleiding van de recente berichtgeving over mestfraude.
Lees hier het rapport ‘Mest nader onder de loep genomen’