Het beste resultaat bereikt u met de juiste naald
Het inspuiten van de meeste vaccins gebeurt intramusculair (in het spierweefsel). Om deze plek gemakkelijk te bereiken moet de naald lang genoeg zijn. Bij een te korte naald bestaat de kans dat u het spierweefsel niet bereikt en het vaccin in het vetweefsel spuit. Het gevolg is dat het immuunsysteem niet of onvoldoende op de vaccinatie reageert en uw varkens niet goed beschermd zijn. De juiste naaldlengte is afhankelijk van de leeftijd/gewicht.
Aanbevolen naaldlengte: (bron: IPVS 2013) voor intramusculaire vaccinatie
- Kleine biggen: 1,5 cm
- Biggen 20 kg: 2 cm
- Varkens 50 kg: 3 cm
- Varkens 100 kg: 4 cm
- Zeugen, gelten, beren: min. 4 cm
Loodrecht inspuiten
U bereikt het spierweefsel het best door de naald loodrecht op de huid te zetten. Bij zeugen in de kraamstal of dekstal worden dieren regelmatig gevaccineerd met een zogenaamde revolverspuit. Omdat u de zeug hiermee van achter benadert, wordt de naald dan vaak schuin in plaats van loodrecht ingestoken. Op deze manier is de afstand tot het spierweefsel groter en bestaat het risico dat de vaccinatievloeistof in het onderhuidse vetweefsel terechtkomt. Het immuunsysteem kan dan niet of onvoldoende op de vaccinatie reageren.
De naald regelmatig verwisselen
In verband met ziekteoverdracht is het belangrijk dat u de naald regelmatig vervangt. Het liefst per dier, maar verwissel de naald in ieder geval per groep varkens. Naast besmetting van dier-op-dier maakt veelvuldig gebruik de naald bot. Dit is niet alleen pijnlijker voor het varken, maar vergroot ook het risico dat de botte naald ‘troep’ van de huid mee naar binnen brengt. De juiste naald en goed gebruik zijn dus een belangrijk onderdeel van uw vaccinatieroute-succes.