Column: Thema Fokkerij
Als Varkenshoudend Nederland bekeken wordt door een commerciële integrator, dan wijzigt de structuur drastisch en wordt deze veel winstgevender. Als eerste zal de fokkerij van F1-gelten bij subfokkers gestaakt worden. Kernbedrijven met lijnfokkerij blijven bestaan, maar alleen met de allerhoogste gezondheidsstatus. Waar dat in Nederland nu nog beperkt mogelijk is (….), wordt dit vooralsnog deels in andere landen uitgevoerd. Met een fokkerijachtergrond zag ik enkele jaren terug al dat grotere vermeerderingsbedrijven hun aanvoer van dieren blokkeren. De middengroep heeft nog een duwtje nodig. Bij de gezondheidsrisico’s staat aanvoer van dieren met stip op nummer 1; bij aanvoer is al het andere dweilen met de kraan open.
We hebben afscheid genomen van onze zuiverelijnsdieren. Een bezoek aan een topbedrijf met puike financiële resultaten gaf mij het laatste duwtje richting rotatiefokkerij met inzet van alleen gelten. Ongeveer 35 procent van het zeugenaantal houden we als opfokplaatsen aan; alles gerekend tot aan de eerste inseminatie. Eens per drie weken wordt er op een vaste dag een vaste hoeveelheid fokkerijsperma gebracht. Vrijwel alle gelten van die week worden hiermee geïnsemineerd. Eens per drie weken leggen we een opfokafdeling op, die 21 weken later in drie maal richting aanleerruimte gaat. We synchroniseren middels Regumate en volledige weekgroepen worden zo ineens weggedekt. Door de vaste structuren zijn alle gelten vrijwel even oud bij dekken en is geltenadministratie bijzaak geworden. Met wat creativiteit kunnen de meeste bedrijven wel opfokruimte creëren; al het andere blijkt vervolgens een repeterend koud kunstje.