Steeds terugkerende griep? Vergeet de big niet!
Longontsteking, koorts, hoesten en niezen veroorzaakt door influenza (griep), komt vaak voor bij varkens en kan leiden tot aanzienlijke economische verliezen. Griepvirussen bij varkens zijn de laatste decennia aanzienlijk veranderd met de introductie van nieuwe subtypes die vaak moeilijk te bestrijden zijn. Griep lijkt op sommige bedrijven nooit weg te gaan, het keert telkens weer terug, zogenaamde recurrent influenza.
Dat komt deels door het virus zelf maar ook doordat er groepen dieren zijn die het griepvirus in stand houden en verspreiden. Eén van die groepen is de zuigende biggen. Deze biggen kunnen geïnfecteerd zijn zonder ziekteverschijnselen. Als dat het geval is, dan zijn het stille griepverspreiders. Bij het spenen zal een klein maar significant percentage van de biggen subklinisch geïnfecteerd zijn met griep. Dit betekent dat ze er gezond uitzien, maar ze kunnen griep verspreiden op de batterij of bij de vleesvarkens.
Rol van de biggen
Biggen zijn bij de geboorte vrij van griep. Op endemisch besmette bedrijven, dit zijn bedrijven die continu griepproblemen hebben, worden biggen gewoonlijk geïnfecteerd vanaf een paar dagen leeftijd (rond de standaard behandelingen) tot aan het spenen. Vaak zien we de hoeveelheid griepvirus oplopen tijdens de tweede levensweek. Bij het spenen is de kans op griep-positieve biggen het grootst en dus zijn biggen niet alleen een bron van infectie voor de zeugenstapel, maar ook een belangrijke bron van infectie voor gespeende biggen en vleesvarkens.
Om het risico op verspreiding van griep te verkleinen, is het noodzakelijk te begrijpen dat biggen besmet raken terwijl ze nog bij de zeug liggen en om in de eerste plaats te voorkomen dat biggen besmet raken. Het onder controle houden van een griepinfectie in de kraamstal kan erg moeilijk zijn, omdat er elke dag nieuwe tomen biggen worden geboren die vatbaar zijn voor griep en het virusgehalte in de kraamafdelingen echt kan doen stijgen. Zelfs als we ons best doen om de big te beschermen door de zeug te vaccineren en ervoor te zorgen dat alle biggen hun beschermende biest krijgen, dragen de biggen nog steeds griepvirus bij zich en kunnen deze verspreiden naar hun toomgenoten en naar andere varkens waar ze mee in contact komen. Dat komt omdat de bescherming die de zeug aan de big geeft, de maternale immuniteit, niet volledig is.
De immuniteit van de moeder is belangrijk en kan helpen om de prestaties van geïnfecteerde biggen te verbeteren en kan hen helpen om door hun griepinfecties heen te komen en robuuste dieren te worden. Zeugenvaccinatie is ook belangrijk om de prevalentie van met griep geïnfecteerde biggen bij het spenen te laten dalen, maar vaccinatie alleen is niet voldoende om consistent griepvrije biggen of biggen met een zeer lage griepinfectie te spenen.
Op een vermeerderingsbedrijf worden er altijd nieuwe biggen geboren die vatbaar zijn voor influenza. Het virus blijft zich verspreiden door iedere keer weer nieuwe biggen te infecteren.
Amerikaans onderzoek
Aan de Universiteit van Minnesota (VS) wordt al jaren onderzoek gedaan naar de impact van biggen op de verspreiding van griep. Een onderzoek onder 52 vermeerderingsbedrijven in de VS toonde aan, dat 23 bedrijven (44%) ten minste éénmaal een positieve PCR test hadden gedurende de zes maanden dat het onderzoek liep. Groepen biggen uit die bedrijven testten ongeveer 25% (75/305) positief op griep tijdens het spenen in die onderzoeksperiode. In een ander onderzoek zijn 34 vermeerderingsbedrijven gedurende meer dan 5 jaar gevolgd en allemaal zijn ze op enig moment positief getest voor griep. De aanwezigheid van griep in de groepen gespeende biggen varieerde van 7 tot 57%. En, nog belangrijker, ongeveer 28% (427/1523) van de groepen testte positief bij spenen. Met bijna een derde van de gespeende biggen positief voor griep wanneer ze opgelegd worden op de batterij, kan de impact van deze griep-positieve biggen enorm zijn voor de andere dieren waarmee ze worden gemengd bij opleg.
Bronnen van blootstelling aan griep
Kortom, biggen hebben ongeveer 21 tot 28 dagen de tijd om griep te krijgen, afhankelijk van de speenleeftijd. Vervolgens is het de vraag wanneer en hoe de biggen besmet raken. Directe overdracht van dier op dier door neus-neus contact (bijvoorbeeld door het mengen van tomen of door contact tussen de zeug en haar biggen) is een van de belangrijkste routes van grieptransmissie. Ook andere routes zijn belangrijk. Zo kunnen (gebruiks)voorwerpen, zoals behandelkratten en andere verontreinigde materialen en ook de lucht, besmettelijk virus bevatten.
Een recente bevinding uit onderzoek is de detectie van het griepvirus op de uierhuid van lacterende zeugen. Geïnfecteerde biggen zullen hun met het griepvirus besmette neusuitvloeiing en speeksel achterlaten op de huid van de zeug. Deze bevinding kan gevolgen hebben voor het management, aangezien pleegzeugen op deze manier een bron van infectie kunnen voor zijn hun nieuwe adoptiebiggen. Er is aangetoond dat pleegzeugen een rol spelen bij het in stand houden van influenza-infecties in endemisch besmette bedrijven. Biggen die werden overgelegd naar een pleegzeug werden bij het spenen meer positief getest dan varkens die door hun biologische moeder worden grootgebracht. Dit soort studies geven inzicht in de impact van managementpraktijken op de overdracht van ziekten.
Geïnfecteerde biggen kunnen met het griepvirus besmette neusuitvloeiing en speeksel achterlaten op de huid van de zeug. Dit vormt een bron van infectie voor andere biggen.
Conclusie
Uiteindelijk zal het succes van de beheersing van recurrent influenza bij gespeende biggen afhangen van de mogelijkheid van het zeugenbedrijf om een griep-vrije of griep-arme big te spenen. Zeugenvaccinatie is belangrijk om de prevalentie van met griep geïnfecteerde biggen bij het spenen te laten dalen. Daarnaast is het van groot belang dat we begrijpen welke factoren bijdragen aan het in stand houden van griepinfecties in vermeerderingsbedrijven en dat we deze risicofactoren met gepaste managementmaatregelen proberen te beheersen.
Bron
Flu control: don’t forget the piglet! Montserrat Torremorell, pig 333, 14 January 2020.