Varkenshouders negatiever over omslag naar kringlooplandbouw dan gemiddelde boer
Dit blijkt uit een herhaalonderzoek in opdracht van het ministerie van LNV onder 1.769 agrarische ondernemers. Opmerkelijk is dat boeren en tuinders in 2020 negatiever over de omslag naar kringlooplandbouw zijn gaan denken dan in 2019. Zo zijn boeren negatiever geworden over de economische levensvatbaarheid, praktische realiseerbaarheid en betere exportkansen.
Ook zien zij de omslag naar kringlooplandbouw minder vaak als onvermijdelijk. Zij vinden vaker dan in 2019 dat het alleen maar geld kost en zij willen er minder vaak prioriteit aan geven in hun bedrijf. Het aandeel ondernemers dat kringlooplandbouw zelf al zegt toe te passen is gelijk gebleven: 7 op de 10 gedeeltelijk en 16 procent volledig.
Onvrede
Vier op de tien boeren zeggen zelf de afgelopen 12 maanden negatiever te zijn geworden over een (verdere) omslag naar kringlooplandbouw in hun bedrijf. Zij verwijzen daarbij vaak naar onvrede en onzekerheid over beleid, het idee dat het ministerie van LNV te weinig voeling heeft voor wat er speelt in de sector en onzekerheid over hun eigen financiële situatie.
Toekomstbestendig
Varkenshouders zien de huidige manier van voedsel produceren in Nederland vaker als zeer toekomstbestendig dan hun collega's (53 versus 41 procent). Zij willen minder vaak prioriteit geven aan kringlooplandbouw in hun bedrijf, vinden kringlooplandbouw minder praktisch realiseerbaar en denken minder vaak dat kringlooplandbouw hun meer voldoening oplevert.
Belemmering
Als belemmering voor de omslag naar kringlooplandbouw noemen varkenshouders vaker dat er onvoldoende lokaal aanbod van veevoer is. Om de omslag te kunnen maken, hebben varkenshouders vaker behoefte aan financieringsmogelijkheden door banken en minder vaak dan hun collega-boeren behoefte aan informatie van onderzoeksinstellingen, toeleverende bedrijven of onafhankelijk adviseurs.