Warme sanering: Rest van Nederland ontdekt wat varkenshouders allang wisten
Het actualiteitenprogramma concludeert dat de warme sanering niet de door minister Schouten beloofde vermindering van de stikstofuitstoot levert. Dat de inschatting van het Ministerie van LNV over hoeveel stikstofbesparing de warme sanering zal opleveren veel te optimistisch was, is echter niets nieuws.
De warme sanering kwam al in beeld lang voordat de stikstofcrisis begon te spelen. Het was onderdeel van het plan Vitalisering Varkenshouderij, dat in juni 2016 al werd gepresenteerd. Dat plan richtte zich op een omslag van de varkenssector; in plaats van bulkproductie zou de sector vraaggericht produceren, met een product van onderscheidende kwaliteit, meer dierenwelzijn en meer duurzaamheid. Met minder dieren zou meer verdiend moeten worden.
De sanering zou meehelpen met die omslag. Aan de ene kant door vraag en aanbod beter op elkaar af te kunnen stemmen, anderzijds om tegemoet te komen aan wensen vanuit de maatschappij. Met de sanering zouden verouderde bedrijven kunnen stoppen, en daarmee zouden problemen met bijvoorbeeld dierenwelzijn en geuroverlast kunnen worden verminderd.
De sanering kwam dus in het coalitie-akkoord van het kabinet Rutte-III te staan. 200 miljoen euro werd uitgetrokken voor een warme sanering, vooral in de provincie Noord-Brabant en met een focus op geuroverlast.
Stikstof
En toen kwam de stikstofcrisis. Om stikstofruimte te vinden keek minister Schouten onder andere naar deze warme sanering, met het idee dat hoe minder varkens er zijn, hoe minder stikstof ze uitstoten. Het budget voor de saneringsregeling werd flink verhoogd, zodat meer varkenshouders konden meedoen. Maar de regels werden niet veranderd; de focus lag nog steeds op geuroverlast. Bij de selectiecriteria voor deelnemers aan de regeling werd bijvoorbeeld niet gekeken of de bedrijven in de buurt van natuurgebieden lagen.
POV-voorzitter Linda Janssen maakt zich daar al tijden kwaad over. In de afspraken over de warme sanering is volgens haar nooit overeengekomen dat de stikstofruimte van de gesaneerde bedrijven uit de sector zou verdwijnen. Dat de vrijkomende stikstofruimte nu wordt gebruikt om de bouwsector uit de brand te helpen noemt ze diefstal.
Regeling
Begin dit jaar werd de regeling opengesteld. Ruim vijfhonderd boeren hebben daarvoor ingetekend, maar slechts 407 bedrijven voldoen aan de voorwaarden. Maar het betekent niet dat al deze bedrijven daadwerkelijk stoppen. Veel deelnemers zagen de regeling als verzekering. „Het aanmelden kostte niets”, vertelt een betrokkene, „dus veel bedrijven die geen plannen hebben om te stoppen, hebben toch ingetekend. Als de varkensmarkt plotseling in elkaar zou storten, hebben ze zo een mooie uitweg.”
1Vandaag stelt dat het ministerie ervan uitgaat dat bijna 90 procent van de aangemelde bedrijven daadwerkelijk zal stoppen. De POV verwacht daarentegen dat bijna de helft geen gebruik zal maken van de regeling, en door zal gaan. Minister Schouten zelf heeft trouwens ook al gezegd dat nog onbekend is hoeveel stikstofreductie de sanering zal opleveren.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief