De warme sanering: Brabantse slopers willen meer tijd; ministerie houdt vast aan veertien maanden
Landelijk zijn er voor de warme sanering al zo'n 400 aanvragen goedgekeurd, waarvan ruim 300 aanvragen in Noord-Brabant zijn gedaan. Brabantse sloopbedrijven verwachten capaciteitsproblemen door het 'korte tijdsbestek van veertien maanden' waarin alle Brabantse stallen gesloopt moeten worden.
Ze pleiten voor meer tijd. „De overheid gaat nu eerst alle lege stallen controleren. Daarna kunnen ze gesloopt worden. Er staan nu al veel stallen leeg die wachten op controle. Als ik nu al per opdrachtgever gefaseerd mocht gaan slopen, dan hadden we de termijn al met enkele maanden op kunnen rekken en dan zouden we rustiger kunnen slopen", aldus Chris Wouters, die twee sloopbedrijven in Noord-Brabant heeft.
Hij richtte samen met een asbestsaneerder het initiatief Totaalsloopbrabant.nl op. „We bundelen samen de krachten zodat we de varkenshouders in één keer kunnen ontlasten met de hele sloop”, aldus Wouters. Hij treft met zijn bedrijf voorbereidingen. „We hebben onze sloopcapaciteit verviervoudigd. We hebben nu in totaal vijf grote sloopkranen zodat we snel kunnen opschalen."
Wouters schat in dat er 1 miljoen ton aan puin extra vrijkomt, boven de normale hoeveelheid die er al is. „We hebben nu een eigen haven in Boxmeer. We gaan het land bestieren via grote schepen en het puin wegbrengen naar locaties waar het puin nodig is voor bijvoorbeeld wegenbouw. En we zoeken zelf tijdelijke opslaglocaties waar we het puin enkele jaren op kunnen slaan. We zijn daarover ook in overleg met gemeenten en omgevingsdiensten."
Belang stoppende boer in oog houden
Zo is er een regionale werkgroep met wethouders en de sloopbedrijven, die de wensen doorzetten naar politiek Den Haag. Ook daar is de tijdsproblematiek bekend. „Ik begrijp de zorgen die leven. De veertien maanden die nu wordt genoemd is inderdaad een korte termijn waarin veel moet gebeuren. Maar voor de varkensboeren die willen stoppen is duidelijkheid ook heel belangrijk. Daarom moeten we tempo blijven maken zodat zij weten waar ze aan toe zijn. Zij zitten al in een emotionele en onzekere situatie die in mijn ogen zo kort mogelijk moet duren. Als blijkt dat de periode echt te kort is moeten we hiernaar kijken maar daarbij wel het belang van de stoppende boeren in het oog houden; voor hen is zo min mogelijk vertraging van belang", zegt VVD-Kamerlid Helma Lodders.
Ook bij CDA-Kamerlid Jaco Geurts zijn de zorgen bekend. Hij laat weten bij de minister aandacht te vragen voor de zorgen van de Brabantse slopers. Volgens POV-bestuurslid Eric Stiphout vormen vooral de flora- en faunatoets en de sloopwerkzaamheden die buiten het broedseizoen gepland moeten worden, de grootste belemmering of het allemaal binnen het tijdstraject past. De POV heeft het ministerie verzocht om hier vooral ook praktisch mee om te gaan.
Wel voldoen aan termijn
Het ministerie laat in een reactie weten dat varkenshouders in eerste instantie wel moeten voldoen aan de termijnen. „Wanneer een varkenshouder buiten zijn schuld een termijn niet kan halen en daar ook schriftelijk bewijs van heeft, dan kan hij/zij bij de RVO een verzoek indienen tot uitstel van termijnen. De RVO beoordeelt dan of en zo ja, hoelang uitstel kan worden verleend", zegt een woordvoerder.
Het ministerie is in overleg met de RVO over de vragen rondom de slooptermijnen. De uitkomsten daarvan volgen nog.
Lees het hele verhaal in de nieuwste editie van het vakblad Pig Business, dat op 2 oktober is verschenen. Ontvangt u het blad nog niet? Vraag dan hier een proefnummer aan.