Stikstofwet moet boeren voor jaren duidelijkheid geven
Het voorstel introduceert geen nieuwe maatregelen, maar stelt wel kaders. In 2030 moet de stikstofuitstoot 26 procent lager liggen dan nu, en moet in minstens 50 procent van de hectares in Natura 2000-gebieden de stikstofdepositie onder de kritische depositiewaarde (KDW) voor dat gebied liggen. Dat moet bereikt worden door aan de ene kant de algemene stikstofuitstoot, de ‘stikstofdeken’ die over Nederland ligt, te verlagen, en aan de andere kant specifieke maatregelen te nemen in gebieden waar de KDW wordt overschreden. Met de nieuwe wet stuurt Schouten specifiek op natuurherstel. Hiermee heeft ze geleerd van het mislukken van de PAS, die vooral was gericht op het lostrekken van de vergunningverlening, en te weinig op het verbeteren van de natuur. Die fout wil de regering geen tweede keer maken.
Geen specifieke maatregelen
In het wetsvoorstel krijgen boeren geen specifieke maatregelen opgelegd, maar kunnen ze kijken wat het beste bij hun bedrijfsvoering past. „Maar tegelijk”, zegt Schouten, „moeten ze er wel van zijn doordrongen dat er wel iets moet gebeuren.” Het stellen van kaders moet dat bewerkstelligen, net zoals bijvoorbeeld nu al het geval is met de sectorale stikstofplafonds.
Om dat ‘iets gebeuren’ mogelijk te maken trekt de regering geld uit. Er komt een omschakelfonds dat investeringen in stikstofbeperkende maatregelen mogelijk moet maken, en een bedrijfsbeëindigingsfonds, waarmee stoppende boeren kunnen worden uitgekocht.
Verder zet de minister in op innovatie. Dat moet dan wel innovatie zijn op basis van bewezen technieken, die daadwerkelijk tot stikstofreductie leiden. „Anders is het jammer van het geld”, zegt ze, „maar ook nadelig voor boeren die hun bedrijfsvoering baseren op een techniek die later niet blijkt te werken.” Ze kijkt of de toelating van nieuwe systemen in de RAV-lijst sneller kan, maar waarschuwt dat testen toch noodzakelijk blijven, juist om er zeker van te zijn dat de systemen doen wat ze worden verondersteld te doen.
„Maar ook met al deze maatregelen zullen er gebieden blijven waar er geen ruimte komt voor vergunningverlening”, waarschuwt Schouten. „Daar blijft de depositie te hoog, zelfs met de maatregelen die we hier nemen.” Als voorbeeld noemt ze de Peel. „Vergunningverlening zal daar moeilijk worden.”
PAS-melders
De minister blijft werken aan het legaliseren van de PAS-melders. Maar dat gaat langzaam, omdat per bedrijf moet worden gekeken hoeveel stikstof er voor de melding werd uitgestoten, hoeveel erna, wat de extra depositie is en hoe die gecompenseerd kan worden. De stikstofruimte die hiervoor nodig is, wil ze uit de sector halen - maar ze vindt niet dat daarbij de ene boer moet inleveren om de andere te helpen. „De sector is zelf met ideeën gekomen om stikstof te reduceren”, stelt ze. „Een deel van die ruimte wil ik dan gebruiken voor de PAS-melders.” Maar het is niet zo dat andere boeren daar extra voor moeten inleveren, vindt ze; het is een toedeling van stikstofruimte die toch geschapen wordt, om een probleem in de sector op te lossen in plaats van naar een ander doel.
De minister hoopt dat het wetsvoorstel snel wordt behandeld door de Tweede en de Eerste Kamer. „Daarmee komt er snel duidelijkheid voor ondernemers.” Maar dat een succes met de huidige zetelverdeling niet gegarandeerd is, daar is ze zich van bewust. „We moeten nu werken om partijen te overtuigen deze wet te steunen.” Ze heeft daarom de afgelopen maanden ‘veel kopjes koffie gedronken’ met Kamerleden uit de verschillende partijen. Niet om goedkeuring te krijgen voor het wetsvoorstel, zegt ze, want dat zien de Kamerleden nu pas. Maar om te luisteren naar de wensen van de verschillende partijen, om deze zo goed als mogelijk mee te nemen in het voorstel.