Debat Dutch Food Week: verschuiving naar plantaardig voedsel en verplicht voedselonderwijs
Deelnemers aan de discussie waren professor Jaap Seidell (hoogleraar voedsel en gezondheid Vrije Universiteit Amsterdam), Adrian de Groot Ruiz (Directeur True Price Coalitie), Dirk Duijzer (boegbeeld topsector Agri & Food), Karin Bemelmans (coördinator van het Nationaal Actieplan Groenten en Fruit), Ad Balthus (bestuurslid Agractie), Jeroen Remmers (directeur TAPP-Coalitie) en Caroline van der Plas (voorzitter/lijsttrekker BoerBurgerBeweging).
Het debat werd gevoerd aan de hand van een aantal stellingen. Een daarvan was 'Er moet een verbruiksbelasting op vlees komen zodat de opbrengst voor de boer groter wordt'. Het gebruik van vleesvervangers kwamen toen ook ter sprake. „Het is niet zo dat we geen vlees en zuivel niet meer mogen en dat we allemaal veganistischer of vegetarischer moeten gaan eten. Dat is een scheve tegenstelling. Op het gebied van milieu en dierenwelzijn hebben we straks met 10 a 11 miljard mensen op aarde. Er moet dan een verschuiving plaatsvinden naar meer plantaardig voedsel om iedereen van voldoende voedsel te voorzien. Dat wil niet zeggen dat we geen vlees of bewerkt voedsel moeten eten. We moeten meer uit de schijf van vijf eten", aldus professor Jaap Seidell.
Promotie vleesvervangers
Caroline van der Plas, lijsttrekker van BoerBurgerBeweging vindt het 'wonderlijk' dat vleesvervangers worden gepromoot. „Je ziet het nu steeds terugkomen. Ik denk dan: 'jongens, we zijn plantaardige kroketten en frikandellen aan het promoten. Als je kijkt wat daar in zit qua vet, qua zout en palmolie. Ik vind er niks mis mee dat mensen een dagje geen vlees eten, maar waarom niet de promotie van het mooie en goede Nederlandse product? De groente, de aardappelen, de bonen, het fruit etc. Vleesvervangers zijn gewoon vette producten. Laten we daar eerlijk over zijn."
Seidell is het daarmee eens. „In een groot scala van die producten zit teveel zout of vet. Het is niet de bedoeling dat we daar teveel van eten. Vleesvervangers zijn er gekomen omdat heel veel Nederlanders de stap van dierlijk naar plantaardig veel te groot vinden. Dit is een tussenstap dus dan is de schok niet zo groot, zo van: 'dan kan ik mijn kinderen nog steeds kroketten geven."
Rol supermarkten
Minder vlees en meer groenten en fruit zoals ook in de schijf van vijf staat. Daar is de tafel het over eens. Maar hoe maak je dat aantrekkelijk? Karin Bemelmans, die het Nationale Actieplan voor Groente en Fruit coördineert, benadrukt de belangrijke rol van de supermarkten. „Het is niet alleen van wat ze in de aanbieding doen maar ook de manier hoe ze het presenteren. Je ziet dat de stukken vlees groter en zwaarder in gewicht zijn geworden. De vleesplakjes, de kaasplakjes etc. Dat maakt het voor ons moeilijker om te kiezen en te denken: hoeveel heb ik echt gegeten? Als we meer willen naar plantaardig eten volgens de schijf van vijf dan horen vlees en zuivel daarbij, maar een stuk minder dan we echt eten.
Volgens Bemelmans begint minder vlees eten al bij het ontbijt en de lunch. Als je daar al vleeswaren neemt dan zit je al te hoog op de vleesconsumptie en te laag in groenten en fruit. Op die momenten groenten en fruit eten drukt op een makkelijke manier je vleesconsumptie. Goede voorlichting en recepten en voorgesneden vleesporties bijvoorbeeld horen ook bij het stimuleren van minder vleesconsumptie."
Voorlichting op basisscholen
Balthus en Van der Plas zijn van mening dat die voorlichting al op de basisschool beginnen. „Mensen hebben geen idee waar hun voedsel vandaan komt. Als je in groep 1 al begint met verplicht voedselonderwijs en boerderijeducatie dan kun je al hele grote stappen maken." Balthus geeft met Agractie nu ook al les op basisscholen. „Als ik dan vraag: 'waar komt jullie voedsel vandaan?' dan krijg ik te horen: 'uit de supermarkt'. En het wordt vergeten dat het bij de boer vandaan komt. En dat vind ik jammer." De hele tafel is het eens „De band die je hebt met je voedsel en het besef waar het vandaan komt, is het belangrijkste”, sluit Seidell af.