Column: Money talks
Ik verbaas mij erover hoe sommige bestuurders en politici denken dat we in een maakbare economie leven. Een economie (en dus maatschappij) waarin met het stellen van regels en maken van afspraken een ideale maatschappij wordt gecreëerd.
Covid-19
Kijk eens naar de situatie met de bestrijding van Covid-19 en hoe goed dat gaat. En dan is dat nog een crisis, een situatie waarin afdwingen meestal makkelijker gaat. We leven in een vrije markteconomie waarin (financieel) succes mensen motiveert om in beweging te komen en risico’s te nemen. Er zijn landen in de wereld waarin men het anders heeft geprobeerd en die hebben het allemaal verloren van het vrije westen. Ze hebben zich nu aangepast en zijn misschien in staat het westen van de troon te stoten.
Ontwikkelinghulp
Zolang wij dus geen staatsgreep, revolutie of Jesse Klaver aan de macht hebben, regeert de markt en het geld. Dat klinkt hebberig maar geld hoeft niet vies te zijn. Neem als voorbeeld ontwikkelingshulp. We hebben als Nederland al miljarden in de hulp aan arme landen gegeven maar ik denk dat mijn collega’s van De Heus meer bereikt hebben door te investeren in dergelijke landen. Daar heeft De Heus veel geld mee verdiend, maar ook de lokale economie heeft geprofiteerd. Een win-win situatie.
Overloos overleg
In Nederland, het land van coöperaties, overleg en veel invloed van NGO’s, wordt bij een gewenste verandering vaak gezocht naar allesomvattende systemen waar iedereen aan mee moet doen. Dat is wel zo eerlijk en goed voor de nivellering. Helaas strandt dat vaak in goede bedoelingen en oeverloos overleg.
Een voorbeeld daarvan is het meer integreren van de keten en delen van data. Iedereen heeft het erover en niemand ontkent dat het onzin is. Als we beter samenwerken in de keten, kunnen we kosten besparen en kwaliteit verbeteren. Door data te delen en goed te analyseren, kunnen we nauwkeuriger sturen. Daardoor kunnen we bijvoorbeeld preciezer voeren, een efficiëntere logistiek organiseren en beter sturen op vleeskwaliteit. Dat levert dus geld op.
Afspraken
Natuurlijk heb je daarvoor meerdere partijen nodig die afspraken met elkaar maken. En die voor elkaar kiezen voor langere tijd (niet eeuwig). Partijen die dat goed doen, halen hier voordeel uit en dat heeft een aanzuigende werking. Daardoor groeit het systeem en worden voordelen voor deelnemers groter. De weg die we nu bewandelen, is de weg van het grote collectief. Eerste praten we lang over hoe het moet en wie er mee mag doen. Als de regels duidelijk zijn, mogen partijen aansluiten. Dat gaat gepaard met creëren van draagvlak en toch nog een beetje aanpassen van de regels. Ondertussen halen andere landen ons in.
Collectief
Begrijp me niet verkeerd. Ik heb niets tegen collectief dingen regelen. Mijn bestuurswerk voor Nevedi, het mede oprichten van Varkens Vandaag of het initiatief Agrifriends bewijzen dat. Maar politiek, brancheverenigingen en bestuurders moeten zich vooral bezig houden met faciliteren. Zorgen voor een veilige samenleving, een goed belastingstelsel, kaders waarbinnen we werken en afstemming met het buitenland. Hoe dat precies moet weet ik ook niet. Ik ben geen politicoloog of macro-econoom.
Maar ik zie nu veel mensen, die niet weten waar hun kwaliteiten liggen, zich bemoeien met zaken waar ze helemaal geen verstand van hebben. Zij gaan op de stoel van de ondernemer zitten en willen tot in detail controle hebben over de situatie in een branche. Dat werkt niet. Ga dan zelf ondernemen.
Helaas heeft de Vegetarische Slager (= PvdD) dat beter begrepen. Zij weten dat ‘money talks’.