Biggen volgens de eisen van de Duitse markt
De totstandkoming van deze wet in Duitsland heeft veel voeten in de aarde gehad. Er is zodanig hard aan getrokken en gesleurd dat ze maar liefst tweemaal is uitgesteld. De streefdatum van 2015 werd eerst verlaat tot in 2019 en nogmaals tot in 2021. Maar nu lijkt de kogel door de kerk. Beren afmesten, al dan niet met vaccinatie, is reeds tien jaar gangbaar in Europa en castratie is sowieso de duurste oplossing van de drie alternatieven. De drie alternatieven hebben elk hun specifieke voor- en nadelen en zullen zich volgend jaar tegen elkaar in de markt moeten bewijzen. Dat het zo lang heeft moeten duren is betreurenswaardig voor de varkenshouders.
Marktacceptatie, of het gebrek eraan, was het argument dat het vaakst werd aangehaald om het castratieverbod tegen te houden. Na uitgebreide testen blijkt de werkelijkheid anders te zijn, waardoor steeds meer slachterijen en retailers in Duitsland officieel te kennen geven dat ze de alternatieven wél kunnen accepteren. Tegelijkertijd groeide het besef van het kostplaatje van de dure castraten. Door het castreren valt het voordeel van de voordelige voederconversie van beren weg, en door het verplicht toepassen van totale verdoving komen daar nog eens ettelijke euro’s aan kosten en werk bovenop.
Het Duitse Thünen instituut1 berekende in 2019 dat de vaccinatiemethode zichzelf terugbetaalt door een betere voederconversie en betere slachtresultaten2. Het voordeel van het beren afmesten is vooral afhankelijk van de wijze waarop slachterijen hun uitbetaling aan de varkenshouder doen. Het castreren onder verdoving komt bij de berekening als duurste alternatief uit de bus. Duitse zeugenhouders hebben al aangegeven dat ze hun prijzen voor gecastreerde beertjes met 4 euro verhoogd willen zien als compensatie voor deze meerkosten.
Wat met import?
De Duitse landbouwers-federatie eist dat geïmporteerde varkens volgens dezelfde strikte voorwaarden worden gecastreerd als de Duitse dieren. Een eis die lastig is voor de ketenbeheerder QS. De Duitse varkenssector kan op dit moment namelijk niet zonder import. Anderzijds, als de marktacceptatie groeit voor niet-gecastreerde biggen en voor berenvlees van – al dan niet gevaccineerde - beren, dan kan dit een economisch interessante oplossing zijn voor de Nederlandse varkenshouder.
Zoiets als één kwaliteit varkensvlees is er niet en evenmin iets als dé varkensmarkt. De markt bestaat uit vlees, prime cuts, verwerkte vleeswaren, diepvrieswaren en restvlees. Er is de retailmarkt, de ambachtelijke slager, er zijn concept-producten, er is export naar Duitsland en naar de rest van de wereld. In elk van deze segmenten is het voortdurend een kwestie van vraag en aanbod. De speelbal is de varkenshouder en zijn dieren. Uit het voorgaande wordt duidelijk dat de markt verandert en het zal blijken hoe de kaarten uiteindelijk komen te liggen.
Referenties
- https://ageconsearch.umn.edu/record/287200/
- Verhaagh, M., Deblitz, C., Thunen Working Paper 110, 2019 (v1.0)
MM-10843-b