De prijsdalingen verschillen per slachterij. Zo daalt Compaxo met 10 cent van 1,26 naar 1,16 euro. Westfort zakte met 8 cent. Het bedrijf komt uit op 1,19 euro. Van Rooi Meat vermindert met 5 cent van 1,27 naar 1,22 euro per kilo. Bij de oosterburen bleven de prijzen woensdag gelijk. Tönnies, Vion Duitsland en Vereinigungspreis bleven onveranderd staan op 1,27 euro per kilo.
De prijsdaling van Nederlandse slachterijen is volgens Hoste het gevolg van overaanbod op de Europese markt. Dit komt door uitbraken van Afrikaanse varkenspest in Duitsland en door Covid-19-problemen in zowel Duitsland als Denemarken. Daardoor zijn er exportbelemmeringen naar derde landen zoals China. „Al dat vlees moet nu de Europese markt op. Je kunt het dus niet afzetten naar lucratieve bestemmingen buiten de EU”, aldus Hoste. „Nederlandse slachterijen kunnen wel profiteren van de Chinese afzet, maar dat betreft een beperkt deel van het varken, dus daarmee houd je de prijs niet voldoende overeind."
Volgens de econoom is er een verklaring voor de verschillen in de noteringen tussen de Nederlandse slachterijen. „Sommige slachterijen kunnen meer profiteren van de afzet naar markten buiten de EU, maar dan moet je ook wel voldoende personeel hebben om het werk te kunnen verzetten.”
De handel naar Duitsland van levende varkens loopt door, maar wel in beperkte mate. Het verschil: in de eerste drie maanden van dit jaar exporteerde Nederland wekelijks zo’n 27.000 levende varkens naar Duitsland. In oktober waren dat er met circa 13.000 dieren toch nog bijna de helft van dat aantal. „Relatief vind ik de terugval in de export nog wel meevallen. Het lijkt erop dat de export naar andere landen niet eens zo sterk toeneemt. Het is niet zo dat de levende export verlegd wordt naar andere landen, maar meer dat Nederlandse slachterijen het zelf oppakken. De ‘varkensfile’ in Nederland valt mee: de slachtgewichten liggen het hele jaar al op een hoog niveau en je ziet geen oplopende gewichten. Het overaanbod van eerder is weggewerkt. Dus in deze situatie heeft de Nederlandse sector het iets beter dan in de buurlanden.”
