Rechtszaak bijstellen geuremissies luchtwassers ongegrond verklaard
POV vindt dat bedrijven met een lopende vergunningaanvraag onevenredig hard zijn getroffen door de plotselinge bijstelling van de geurrendementen van gecombineerde luchtwassers en een type biologische luchtwasser.
Rapport Wageningen Universiteit
Rechtbank Overijssel behandelde begin oktober de zaak over de bijstelling van geurrendementen van enkele typen luchtwassers in 2018, door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Aanleiding voor de bijstelling was een rapport van Wageningen Universiteit. De zaak was aangespannen door de POV. De rechtbank heeft anders dan verwacht niet verwezen naar de uitspraak van rechtbank Oost-Brabant.
Vertrouwens- en evenredigheidsbeginsel
De Rechtbank merkt slechts op dat WUR deskundig is, dat er geen contra-expertise is overgelegd en dat het ministerie op het WUR-rapport mocht bouwen. Dit is bijzonder aangezien rechtbank Oost-Brabant het WUR-rapport als niet representatief heeft beschouwd. Op het vertrouwensbeginsel en het evenredigheidsbeginsel is de rechtbank ook kort ingegaan. Daarin ziet de rechtbank ook geen aanknopingspunten om de verhoogde geuremissiefactoren onverbindend te verklaren.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: POV