Merendeel achterban politieke partijen steunt hogere vleesprijs
Van de inwoners in Nederland, Duitsland en Frankrijk spreekt 55 procent zich uit vóór een invoering van een eerlijke vleesprijs, waarbij de opbrengsten direct terugvloeien naar de samenleving door middel van verduurzamingssteun voor boeren; het goedkoper maken van groenten en fruit en het compenseren van de koopkracht van lagere inkomens.
Een derde (33 procent) van de Nederlandse, Duitse en Franse respondenten geeft aan neutraal tegenover de plannen te staan. Dit is een verklaarbaar grote groep omdat het hier om een verhoging van prijzen gaat. Slechts 12 procent zegt tegen de invoer van een hogere vleesprijs te zijn.
Mening in Nederland
Specifiek voor Nederland is 30 procent neutraal en is de totale groep die niet tegen de invoering is, ruim 80 procent. En 63 procent van de Nederlanders is direct bereid om 1 euro meer per kilo vlees te betalen. Dat percentage ligt nog hoger onder VVD-kiezers (72 procent) en CDA-kiezers (67 procent). Nederlanders spreken zich vooral uit over de mogelijkheid om groenten, fruit, aardappels en vleesvervangers goedkoper te maken met de opbrengsten van de hogere vleesprijs, ruim 79 procent ondersteunt dat deel van het plan.
D66/GroenLinks: 82 procent
PvdA: 75 procent
VVD: 72 procent
50+/DENK/PvdD: 71 procent
CDA/CU/SGP: 67 procent
SP: 60 procent
PVV/Forum: 40 procent
Heel Nederland: 63 procent
Voorstander vleesminderen
De TAPP Coalitie is een nieuwe organisatie in Amsterdam, in 2018 opgericht, die zich inzet voor het betalen van de 'echte' prijs van voedsel, inclusief kosten voor milieu, gezondheid en dierenwelzijn, te beginnen bij vlees en zuivel. De coalitie zegt deze eerste keuze voor dierlijke producten te maken, vanwege de hoge urgentie voor klimaat en milieu. Een hogere vleesprijs moet volgens haar niet alleen boeren ondersteunen, maar ook het ‘vleesminderen’ stimuleren. Achter de TAPP coalitie zitten vele ngo’s over klimaat en dierenwelzijnsorganisaties, maar ook Caring Farmers en Netwerk GRONDig.
Geen daling vleesconsumptie
Overigens beweert de TAPP coalitie dat de consument in deze coronaperiode al vlees mindert en dat de verkoop van vlees vervangers toeneemt, maar in recentelijk onderzoek van Wageningen UR blijkt dat ondanks alle intenties van burgers de consumptie van alternatieve eiwitten niet is toegenomen en er een kloof zit tussen intenties en gedrag. Vlees staat ruim vijf keer per week op tafel. Kip zit in de lift en wordt bijna vier keer per week gegeten. Van de plantaardige eiwitbronnen laten alleen de vleesvervangers een lichte stijging zien: die staan zo’n twee keer per week op het menu. Uit een ander WUR-onderzoek blijkt ook dat de vleesconsumptie niet is afgenomen. Cijfers over dit jaar zijn er nog niet.
Hogere vleesprijs lastig
De roep om een hogere vleesprijs of vleestaks wordt door veel partners in de coalitie al vaker naar voren geschoven als de oplossing. De CU Delft, dat onderzoek naar een hogere vleesprijs doet voor de TAPP Coalitie, kan echter niet bevestigen dat de vleesheffing genoeg opbrengt om getroffen boeren te compenseren. Voor zover de verminderde vleesconsumptie in Nederland ten koste gaat van de vleesverkoop van Nederlandse boeren, zal dit leiden tot een omzetdaling van Nederlandse boeren. In hoeverre het inkomensverlies van boeren te compenseren is met de opbrengsten van de vleesbelasting is op voorhand niet te zeggen.
Handelspolitiek vraagstuk
Een ander punt is dat als de vraag naar vlees in Nederland zou verminderen door een vleesbelasting, er meer Nederlands vlees zal worden geëxporteerd, waardoor de vleesconsumptie elders toeneemt. Omgekeerd is het de vraag of het zinvol is om geïmporteerd vlees te belasten, terwijl de vervuiling elders heeft plaatsgevonden, namelijk op de plek van herkomst van het vlees. Daarnaast is het ook een (handels)politiek vraagstuk, want een kunstmatig hogere vleesprijs vraagt om een soort van marktbescherming of handelsbeperking dat ongetwijfeld schuurt tegen de gemaakte afspraken over vrije handel.