Wel of geen prestarter doorvoeren na het spenen?
Behoefte biggen
Prestarters kenmerken zich door een hoog gehalte aan zuivel en smakelijke plantaardige grondstoffen. Daarnaast bevatten ze veel energie. Zogende biggen kunnen zo naast melk alvast wennen aan grondstoffen die na het spenen worden aangeboden. Een big heeft de eerste drie dagen na spenen moeite om voldoende voer op te nemen voor eigen onderhoud, laat staan voor groei. Ze gebruikt dan eigen lichaamsvet als energiebron. Om deze negatieve energiebalans zoveel mogelijk te voorkomen wordt de inzet van voeders met een hoog energiegehalte (EW) aanbevolen. Het heeft in deze periode (nog) niet zoveel zin veel eiwit of aminozuren aan te bieden. Een prestarter past uitermate goed bij de behoefte van de biggen in het kraamhok en rondom spenen.
“Het verstrekken van een prestarter tot 3 dagen na het spenen geeft technische én economische voordelen.”
Eelco van de Hoef, innovatie- en productmanager AR
Praktijkproef doorvoeren prestarter na spenen
Denkavit heeft onderzocht wat het effect is van de overschakeling van prestarter op speenvoer één week voor het spenen ten opzichte van drie dagen na het spenen. De proef is uitgevoerd op een Nederlands praktijkbedrijf met circa 200 zeugen. In de proef zijn 1.354 biggen verdeeld over twee groepen. De biggen zijn gespeend op 26 dagen leeftijd. Hieronder worden de voerprogramma's aangegeven. Het speenvoer was een 3,6 mm korrel met 18% RE en 1,12 EW. Het opfokvoer was een 3,6 mm korrel met 18% RE en 1,08 EW.
Invloed op gewichtsontwikkeling
Het effect van beide voerprogramma's op de gewichtsontwikkeling van biggen wordt getoond in onderstaande grafiek. Biggen die vóór het spenen langer en daardoor meer prestarter op hebben kunnen nemen, hadden een 0,24 kg hoger speengewicht. Op 40 dagen en 63 dagen leeftijd was dit verschil zelfs toegenomen tot respectievelijk 0,5 en 0,9 kg. Overigens was de groei van biggen na spenen op beide voerprogramma's goed te noemen: gemiddeld 434 en 446 gram per dag.
Invloed op voederconversie
In onderstaande grafiek wordt getoond dat de biggen die een prestarter tot na het spenen verstrekt kregen een duidelijk betere voederconversie hadden. Zelfs in de periode van 40-63 dagen leeftijd, wanneer de biggen in beide groepen hetzelfde opfokvoer kregen was er nog een duidelijk (na)effect op de voederconversie.
Lagere voerkosten door betere efficiëntie
Dankzij een hogere opname van prestarter rondom het spenen hebben biggen in de opfokfase een betere groei en voederconversie. Zeker bij relatief hoge voerprijzen is een betere voederconversie economisch interessant. De kleine investering aan het begin van de opfok wordt later ruimschoots terugverdiend. Alleen al de totale voerkosten gecorrigeerd tot 23 kg zijn circa € 0,16 per big lager. Hierin is het voordeel van waarschijnlijk lagere medicijnkosten, minder achterblijvers en minder uitval niet meegenomen. Een zeugenhouder met 500 zeugen die zijn biggen op 23 kg aflevert bespaart hiermee ruim € 2.000,- per jaar. Het effect van prestarter doorvoeren tot na het spenen is zeker aanwezig tot 23 kg, maar waarschijnlijk zal er ook in de vleesvarkensfase een voordeel zijn van een betere gezondheid, groei, voederconversie en % mager vlees.
Conclusie
Het overschakelen van een prestarter op speenvoer enkele dagen na het spenen in plaats van één week voor het spenen geeft duidelijk betere technische resultaten, maar ook de voerkosten tot 23 kg worden verlaagd. Een bedrijf met 500 zeugen bespaart ruim € 2.000,- per jaar. Daarnaast zijn er de voordelen van betere gezondheid, minder achterblijvers en minder medicijngebruik.
AR Prestarters
Met AR Prestarters heeft AR voor iedere big een voordelige prestater onder eigen merk. De prestarters zijn in kruimel en korrel verkrijgbaar in bulk en zakgoed.