20 procent denkt nog na over aanmelding voor warme sanering
Ruim 500 varkenshouders hebben zich aangemeld voor de saneringsregeling. Na beoordeling door de RVO bleken ruim 400 aanmelders te voldoen aan de gestelde vereisten. De desbetreffende varkenshouders ontvingen een subsidiebeschikking in de periode tot halverwege dit jaar.
Op dit moment hebben nog niet al deze varkenshouders de vereiste overeenkomst geretourneerd aan RVO. Dit is zo'n 20 procent. Varkenshouders hebben nog uitstel gevraagd om daarover een beslissing te nemen en dit uitstel is verleend door het ministerie. Begin 2021 wordt hier duidelijkheid over verwacht.
Geen doorrekening stikstof
Door de varkenshouders die nog nadenken kan de minister nog geen doorrekening van de stikstofeffecten laten uitvoeren. Er zit daardoor nog steeds een onzekerheidsmarge op de stikstofvermindering die de minister met de warme sanering wil realiseren.
De vetraging is opgelopen door afspraken met betrokken gemeenten moeten worden gemaakt over nieuwe bestemmingsplannen. De minister verwacht half januari meer inzicht te hebben op de opbrengst van de regeling. Op basis van de uiteindelijke groep deelnemers zal ze een nieuwe doorrekening van de stikstofeffecten laten uitvoeren.
5 tot 7 procent minder varkensrechten
De minister verwacht dat er landelijk een reductie van 5 tot 7 procent ten opzichte van de huidige varkensrechten zal optreden nadat de varkenshouders gestopt zijn. Op dit moment kan dit nog niet in aantallen varkens worden vertaald, omdat dit bedrijfs- en locatieafhankelijk is. Dit kan pas gebeuren de bedrijven zijn gestopt en de dieren zijn afgevoerd. Daarna kan gekeken worden naar de definitieve aantallen. Dit zal medio 2021 zijn, verwacht de minister.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Twan van Asseldonk
Bron: Tweede Kamer