Eerlijke Bankwijzer geeft eenzijdig beeld dieronvriendelijkheid banken
8,8 miljard euro is 3 procent van de wereldwijde investeringen in de vleesindustrie. In totaal werd er in de afgelopen vijf jaren voor 282 miljard geïnvesteerd met Verenigde Staten als koploper (142 miljard euro); gevolgd door Verenigd Koninkrijk en Frankrijk met respectievelijk 40 miljard en 20 miljard euro.
Rabobank investeerde volgens de Eerlijke Bankwijzer - dat door onder meer Milieudefensie en World Animal Protection ondersteund wordt - in veel van de door Eerlijke Bankwijzer onderzochte vleesproductiebedrijven. „Rabobank, ‘de bank die staat voor een betere wereld’, is met 6,8 miljard euro met afstand de grootste financier. ING investeerde in een deel van onderzochte vleesproductiebedrijven. De bank stopte maar liefst 1,3 miljard euro in de bedrijven”, schrijft het rapport.
Oudere gegevens
Helaas laat het rapport alleen de geldstromen zien van de totale investeringen in de vleesindustrie en baseert het veel van zijn conclusies op verouderde gegevens. Het per defintie er van uit dat elke euro in dieronvriendelijke bedrijven wordt geïnvesteerd. Het rapport wijst bijvoorbeeld op de Rabobank investering in de Tyson Foods van 1,9 miljard euro. Deze multi-international kwam regelmatig in het nieuws omtrent schandalen rond dierenmishandeling. Maar Tyson Foods heeft inmiddels zichzelf verplicht op het verbeteren van dierwelzijn als een van de belangrijkste prioriteiten.
Het rapport schrijft verder dat de Nederlandse banken financiële relaties hebben met vleesproductiebedrijven, supermarktketens en restaurantketens die vaak zeer lage dierenwelzijnsnormen hanteren. Zeugen worden in krappe kooien opgesloten, biggetjes worden onverdoofd gecastreerd, plofkippen zitten opeengepakt in gigantische fabrieken en de dieren worden op omstreden manieren geslacht. Op de website van Eerlijke Bankwijzer krijgt de Rabobank echter een voldoende voor dierwelzijn.
Investeringen in dierwelzijn
Waar het rapport dus aan voorbij gaat, zijn de ontwikkelingen van de laatste jaren waar Nederlandse bedrijven en banken meer investeren in milieu en dierwelzijn. In het rapport worden de verschillende dierwelzijnsconcepten en afspraken wel genoemd, maar het ontbreekt aan financiële cijfers in hoeverre de investeringen zijn verschoven van dieronvriendelijk naar diervriendelijk.
Een voorbeeld is de Rabobank. Het grootste gedeelte van de 6,8 miljard euro wordt in Nederland geïnvesteerd in veehouderijbedrijven en onder meer Vion en Plukon. Juist de nieuwe veehouderijbedrijven en een slachterij als Vion hebben zich de afgelopen jaren gericht op een diervriendelijker productie zoals Good Farming Star en Beter Leven Keurmerk.
Als het rapport ook deze geldstromen zichtbaar had gemaakt en de laatste ontwikkelingen van bedrijven had meegenomen, dan was er hoogstwaarschijnlijk een ander beeld naar voren gekomen dan het eenzijdige: ‘De Nederlandse banken investeerden 8,8 miljard euro in zeer dieronvriendelijke vleesproductiebedrijven’. Nu blijft er een stigmatiserend beeld over dat vooral voer is voor de anti-veehouderij lobby, terwijl het relevant was geweest om juist de ontwikkelingen te laten zien.