Vroege mycoplasma-besmettingen: hoe zit dat op uw bedrijf?
In veel landen wordt meer dan 70% van de biggen gevaccineerd tegen mycoplasma om longlaesies te reduceren en het verlies in technische prestaties te beperken. Door de toenemende vraag naar gevaccineerde biggen in binnen- en buitenland stijgt de vaccinatiegraad de laatste jaren.
Een paar feiten over de mycoplasma-infectie op een rij:
- ieder dier dat met mycoplasma besmet wordt, is tot 240 dagen drager en uitscheiden[2]
- hoe vroeger biggen geïnfecteerd raken, hoe groter de gevolgen aan het einde van de vleesvarkensfase[3]
- het intensieve neus-neus-contact tussen zeugen en biggen is de belangrijkste infectieroute en vindt dus al kort na de geboorte plaats
- vooral jonge zeugen vormen een belangrijke infectiebron voor de biggen in het kraamhok
Jonge zeugen en besmetting in het kraamhok
De meeste zeugenstapels zijn mycoplasma-drager. Omdat volwassen zeugen al immuniteit hebben opgebouwd tegen de mycoplasma, veroorzaakt het bij hen zelden problemen. Via de biest geven de zeugen de afweerstoffen door aan hun biggen. Jonge zeugen/gelten vormen daarentegen een groot risico omdat hun eigen immuniteit nog niet zo goed ontwikkeld is. Als zij in de 200 dagen voor de eerste worp met mycoplasma in contact komen, zullen zij de kiem massaal uitscheiden en zo hun biggen vlak na de geboorte besmetten via neus-neus contact in het kraamhok.
Vroege infectie = minder groei en meer antibioticum
Besmette biggen infecteren in hun verdere levensloop andere dieren waarmee zij in contact komen. Mycoplasma is al die tijd sluimerend aanwezig in de big en verspreidt zich geleidelijk over de andere dieren. Een besmetting is te herkennen aan kuchende biggen en/of vleesvarkens verspreid over het hele hok. Deze typische droge hoest zal de dieren niet ziek maken. Wel kan een infectie zorgen voor minder groeiprestaties en een verhoogd antibioticumverbruik, met bovendien vaak maar een gedeeltelijk en/of tijdelijk effect. Het gevolg is dan vaak een niet-uniforme groep, waardoor u de hokken minder vlot kunt uitladen en all-in/all-out werken lastiger is. Uiteindelijk zorgt een mycoplasma-besmetting daarmee voor een slechtere uitbetaling door de slachterij. Een optimaal en uniform streefgewicht voor de slacht is vandaag de dag immers belangrijker dan ooit.
Herkent u een of meerdere van deze besmettingsrisico’s op uw bedrijf? Overleg dan met uw dierenarts over bedrijfsspecifieke managementoplossingen en vaccinatie tegen mycoplasma voor een optimaal vaccinatieresultaat en gezonde, uniforme biggen.
Referenties:
1. Villarreal et al., Early Mycoplasma hyopneumoniae infections in European suckling pigs in herds with respiratory problems: detection rate and risk factors. Vet. Med. 2010, 55(7) 318-324
2. Maes D., Sibila M., Kuhnert P., Segalés J., Haesebrouck F., Pieters M., Update on Mycoplasma hyopneumoniae infections in pigs: knowledge gaps for improved disease control, Transbound Emerg Dis, 2018; 65 (Suppl. 1): 110-124
3. Fano et al., Effect of Mycoplasma colonisation at weaning on disease severtity in growing pigs, Can JVet Res 2007,71:195-200
MM-08552