LNV: 'Minder geïmporteerde eiwitrijke grondstoffen in varkensvoer’
Nederland stimuleert de komende 5 tot 10 jaar de teelt van eiwitrijke gewassen zoals veldbonen en aardappelen. Dit om minder afhankelijk te worden van importstromen van eiwitrijke grondstoffen (soja) van buiten de Europese Unie. Ook investeert het Rijk de komende jaren in onderzoek naar innovatieve eiwitrijke bronnen voor zowel mensen als dieren, zoals insecten en micro-algen. Daarnaast wil ze verder experimenteren met het halen van eiwitten uit reststromen, bijvoorbeeld uit keukenafval. Dit staat in de Nationale Eiwitstrategie (NES) die minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Vermindering eiwitten in rantsoen
De NES stelt ook dat de hoeveelheid geïmporteerde plantaardig eiwitrijke grondstoffen in het varkensrantsoen sterk moet verminderen. Met 213K ton geïmporteerd eiwit is de varkenssector na de melkveehouderij(258K ton) de grootste verbruiker van deze eiwitrijke grondstoffen. Het ministerie van LNV zegt ernaar te streven dat in 2030 het veevoer voornamelijk bestaat uit niet voor humane consumptie geschikte producten en reststromen. Omdat varkens immers de traditionele afvalverwerkers van het boerenbedrijf zijn, biedt, volgens LNV, reststroomverwaarding veel kansen om duurzame grondstoffen te leveren voor varkensvoer. Zowel keukenafval als diermeel kunnen in de toekomst eiwitrijke alternatieven zijn, eventueel aangevuld met aminozuren uit fermentatie, algen of insecten. Vanaf 2022 staat de EU-regelgeving het veilig gebruik van dergelijke circulaire eiwitbronnen toe.
Daling
Het verbruik van geïmporteerde plantaardig eiwitrijke grondstoffen door de varkenshouderij zal de komende jaren sowieso dalen. Immers de komende jaren verwacht de Coalitie Vitalisering Varkenshouderij (CoViVa) een verkleining van de varkenssector van 10 procent naar aanleiding van de Saneringsregeling Varkenshouderij, waardoor logischerwijs ook een verkleining van de vraag naar varkensvoer van 10 procent wordt verwacht. Dit draagt bij aan vermindering van plantaardige eiwit-import voor varkensvoer.
Programma Vitale Varkenshouderij
Voor het bereiken van haar doelstellingen uit de NES verwijst de minister van LNV ook naar het duurzaamheidsplan Programma vitale varkenshouderij waarin de CoViVa haar ambities heeft vastgelegd voor het maximaal inzetten op grondstoffen voor varkensvoer die niet geschikt zijn voor humane consumptie, zoals rest- en bijproducten uit de humane voedingsketen. Verder ziet CoViVa het ontwikkelen en toepassen van alternatieve eiwitrijke varkensvoergrondstoffen, zoals veilig diermeel, aminozuren uit fermentatie, algen, wieren en insecten en alternatieve eiwitgewassen als mogelijk kansrijk. Daarnaast zet CoViVa in op het verkleinen en sluiten van nutriëntenkringlopen door maximale inzet van varkensvoer-grondstoffen die lokaal of in Europa zijn geteeld, dragen bij aan verminderde afhankelijkheid van de import van varkensvoergrondstoffen uit derde landen. Doel van CoViVa is dat in 2030 90 procent van de grondstoffen in het voer niet geschikt zijn voor humane consumptie en dat 80 procent van de grondstoffen van Europese oorsprong is. De sector ontwikkelt een stappenplan om de toepassing van dergelijke grondstoffen te stimuleren.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief
Bron: Ministerie van LNV