‘Zeug gericht voeren zorgt voor meer en vitalere biggen’
Bij zeugen die de juiste voeding krijgen verbetert de uniformiteit van de toom en vooral de vitaliteit van de geboren biggen. Om dit daadwerkelijk te realiseren dient de zeugenhouder de zeug wel 150 dagen goed te voeren en daarbij in alle stadia van de cyclus rekening te houden met de behoefte aan specifieke nutriënten. Hiertoe, en op basis van nieuwe inzichten die voortvloeien uit praktijkonderzoek, ontwikkelde mengvoerfabrikant FG het Vito zeugenprogramma. Daarbij staat Vito voor: Vitaliteit en Totaal Toomgewicht’. Vito richt zich op de gehele cyclus van de zeug. Per fase wordt gekeken naar de behoefte van de zeug en hoe hier nutritioneel op gestuurd kan worden. Dit kan voerinhoudelijk, maar voerschema’s spelen hierbij ook een belangrijke rol.
Twee pijlers
De mengvoerfabrikant onderstreept dat beide pijlers (Vitaliteit en Totaal Toomgewicht) zich richten op zowel de prestaties van de zeug als de big. Deze twee pijlers ondersteunen de focus in zeugenvoeding: het aantal gespeende biggen bij de eigen zeug en het aantal afgeleverde kwaliteitsbiggen per zeug per jaar.
Verbeterde biggenvitaliteit
Het aanbieden van een prelactovoer is één van de antwoorden op deze vragen. Volgens FG blijkt uit eigen praktijkonderzoek, gehouden tussen 2017 en 2020, uit dat met de inzet van prelactovoer de bigvitaliteit sterk verbetert. Het aantal doodgeboren biggen daalt met 0,3 per worp, het aantal levensvatbare biggen stijgt met 5 procent, het totaal toomgewicht bij spenen is 7,2 kilo hoger en het werpproces verloopt gemiddeld 20 minuten vlotter. Daarnaast verliezen de zeugen tijdens de kraamperiode 2,5 procent minder aan gewicht.
Gelten
De geltenopfokfase is volgens Franssen Gerrits de belangrijkste fase. In dat kader verricht de mengvoerfabrikant op meerdere bedrijven sinds 2018 metingen wat betreft het gewicht, de spier- en spekdikte van de gelten en kijkt ze naar de relatie daarvan met productieresultaten van de 1e cyclus. Een goede start in cyclus 1 is volgens het bedrijf direct te linken aan een zeug die in de volgende cycli op hoger niveau weet te produceren. Met andere woorden; hoe de gelt ‘aan de start komt’, is een belangrijke indicator voor de verdere levensproductie.
Geltenopfokprogramma
Met al deze data zegt het bedrijf nu goed in beeld te hebben wat de ideale conditie van de opfokgelt is als ze voor de eerste keer in de dekstal komt. Dit gekoppeld aan het juiste geltenopfokvoer-programma en voermanagement garandeert volgens FG een mooie vooruitblik naar de toekomst. Zeugenhouders die inzicht willen hebben in de conditie van de opfokgelten en hoe ze het beste de conditie en duurzaamheid van hun zeugen op peil kunnen houden, kunnen vanaf komend jaar een ‘gelten conditiescan’ laten uitvoeren. De resultaten hiervan krijgen ze volledig in beeld gebracht via het Zeugen Informatie Model (ZIM).
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief
Bron: Franssen Gerrits