Immunocastraten vroeger vaccineren geeft geen verbetering vleeskwaliteit en ongunstig voor de portemonnee
ILVO en UGent (LANUPRO) brachten in kaart wat de mogelijkheden zijn om de vleeskwaliteit te verbeteren door het verlengen van de tijdspanne tussen de tweede vaccinatie en slacht, rekening houdend met de zoötechnische prestaties en de karkaskwaliteit. Het (standaard) vaccineren op 4 weken voor de slacht werd vergeleken met vaccineren op 6 en 8 weken voor slacht.
„We raden de varkensboer aan om de tweede injectie bij immunocastraten vier weken voor de slacht toe te dienen en zeker niet veel vroeger”, zegt Eline Kowalski van de Ugent/ILVO. „Het kost voor de boer weinig moeite, maar is wel het meest interessant. We hadden nochtans gehoopt om door vroeg te vaccineren een betere vleeskwaliteit te krijgen, maar dat zien we in geen geval. Maar daar wordt ook niet op uitbetaald. Het belangrijkste waar de boer op wordt uitbetaald is het karkasrendement. En anderzijds wil die zijn voederkosten zo laag mogelijk houden.”
Hogere karkaskwaliteit bij laat vaccineren
Uit het onderzoek blijkt dat varkenshouder de tweede vaccinatie beter niet vroeger dan 4 weken toedient. „Als er vroeger dan vier weken wordt gevaccineerd, zijn er nadelige effecten”, zegt Eline Kowalski. „We zien nadelige effecten naar karkaskwaliteit. Later dan 4 weken voor slacht mag je zeker niet vaccineren omdat er dan de kans op berengeur is. Bij vroeg vaccineren (8 en 6 weken voor slacht) zien we ook een hogere voederconversie, wat nadeliger is voor de boer.”
Het gemiddelde dagelijkse voederverbruik was respectievelijk 100 en 50 gram per dag lager voor varkens die 4 weken voor slacht werden gevaccineerd ten opzichte van vroeger gevaccineerde varkens (8 en 6 weken voor slacht). Dat resulteerde in een hogere voederconversie voor de varkens gevaccineerd 8 (2,36 g/g) en 6 weken (2,30 g/g) voor slacht vergeleken met de later gevaccineerde varkens (2,25 g/g). (g/g staat voor gram per gram: hoeveel gram voeder heb je nodig om 1 gram gewichtsaanzet te realiseren).
Mager vlees
Vroeg (8 weken) gevaccineerde dieren hadden weliswaar wél een beter slachtrendement versus dan later gevaccineerde varkens. „Niettemin was het mager vlees percentage van varkens gevaccineerd 4 weken voor slacht hoger vergeleken met de varkens gevaccineerd op respectievelijk 6 en 8 weken voor slacht”, zegt Eline Kowalski. „De Meat Building Index (MBI) - als maat voor karkasconformatie in combinatie met mager vlees aandeel, en dus uitbetaling per karkas - was ook het meest gunstig voor de varkens die standaard 4 weken voor slacht werden gevaccineerd en het minst gunstig voor deze die vroeg (8 weken) werden gevaccineerd.”
Geen impact op vleeskwaliteit
Het vaccinatietijdstip beïnvloedt de sensorische en technologische vleeskwaliteit niet. De technologische vleeskwaliteit werd objectief beoordeeld door de pH aan de slachtlijn en het dripverlies (hoeveel vocht er gedurende 48 uur uit een stuk vlees komt) te meten. Een te snelle pH-daling kort na slacht (pH <5,8 na 35-45 minuten) kan immers aanleiding geven tot PSE (bleek, zacht en water verliezend) vlees. “Dat vlees is niet gewenst door de verwerkers van het vlees en de consument”, zegt Kowalski. „Een hoger dripverlies wordt zowel door de consument als door de vleesverwerkers als negatief beschouwd. In deze proef was er geen aantoonbaar verschil voor de pH aan de slachtlijn en het dripverlies. Alsook kwam PSE-vlees niet voor aangezien er geen pH’s onder de 5,8 werden gemeten.”
Naast de technologische kwaliteit werd ook de sensorische vleeskwaliteit geëvalueerd. Enerzijds aan de hand van het intramusculair vetgehalte (IMF) en anderzijds via een sensorisch panel dat de sappigheid en de taaiheid van het vlees beoordeelde. „Een minimaal IMF van 2 procent is aangewezen om een goede smakelijkheid te bekomen”, zegt Kowalski. „In de lijn van de technologische kwaliteit verschilde het IMF, sappigheid en malsheid niet aantoonbaar bij de verschillende vaccinatietijdstippen.”
Verschillende strategieën
ILVO en Ugent onderzochten al verschillende strategieën om de vleeskwaliteit te verbeteren. Naast de timing van de vaccinatie bij immunocastratie werd ook het effect van de eindbeerlijn onderzocht (zie onderstaande link). „Het doel van het onderzoek was om binnen het huidige aanbod in Vlaanderen na te gaan welke managementstrategieën de vleeskwaliteit kunnen verbeteren, aangezien consumenten en vleesverwerkende bedrijven hier belang aanhechten. Naast vleeskwaliteit werd ook de karkaskwaliteit en dierprestaties opgevolgd aangezien dit de belangrijkste factoren zijn die het financieel rendement van de varkenshouder bepalen binnen het huidige betalingssysteem.”
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Zoetis
Bronnen: ILVO, UGent