Saldo zeugen bijna helft lager dan in januari 2017
Dat maakte Wageningen Economic Research onlangs bekend. De opbrengsten zijn in januari 24.000 euro lager dan vorig jaar door veel lagere biggenprijzen. Na de hoge piek van de biggenprijzen in het tweede kwartaal van 2017 begon een prijsdaling die pas stopte in december. In januari is de biggenprijs 20 procent lager dan dezelfde maand vorig jaar.
Aan de kostenkant zijn de aankoopkosten van opfokzeugen iets gedaald. Daarentegen zijn de voerkosten 2 procent hoger door een lichte prijsstijging. De zwakkere varkensmarkt zorgt voor lagere verkoopprijzen voor biggen. In 2017 nam de export van biggen toe tot 6,6 miljoen stuks; dat is 3 procent meer dan het jaar daarvoor. Duitsland blijft met 4,5 miljoen biggen de grootste afnemer, voor België met 0,9 miljoen biggen.
Saldo gehalveerd, maar boven langjarig gemiddelde
Het saldo van 29.000 euro in januari is bijna de helft lager dan dezelfde maand vorig jaar en het laagste niveau sinds april 2016. Het lage saldo is vooral veroorzaakt door de gedaalde biggenprijzen, maar ook hogere voerkosten dragen bij aan de saldodaling. Niettemin ligt het saldo in januari wel boven het langjarig gemiddelde 2008-2017. Doorgaans is het saldo in de eerste maanden van het jaar redelijk gunstig dankzij aantrekkende biggenprijzen, maar dat is dit jaar niet het geval.
Voortschrijdend jaarsaldo heeft top achter de rug
Het saldo per zeug per jaar, op basis van voortschrijdende twaalfmaandsgemiddelden, heeft van januari 2015 tot september 2016 onder het langjarig gemiddelde gelegen. Na het dieptepunt in december 2015 was er een stijgende trend die duurde tot de top in september 2017. Over de periode februari 2017 tot en met januari 2018 ligt het twaalfmaandsgemiddelde iets onder het hoge niveau van het derde kwartaal 2017.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Agrio archief
Bron: Wageningen Economic Research