IJzerprik onvoldoende effectief? Dat kost groei, ook na het spenen!
Biggen worden geboren met lage ijzerreserves. Omdat biest en zeugenmelk ijzerarm zijn, blijven biggen een laag ijzergehalte in hun bloed houden terwijl ze juist een hoge ijzerbehoefte hebben tijdens de eerste levensweken. Dit leidt al kort na de geboorte tot ijzertekorten en bloedarmoede. Om deze tekorten aan te vullen krijgen biggen tijdens de eerste levensdagen een ijzerprik. De doeltreffendheid van deze behandeling wordt zelden gecontroleerd. In dit artikel leest u over de effectiviteit van de standaard ijzerprik voor alle biggen. Levert deze behandeling altijd voldoende ijzer voor alle biggen? Wat zijn de gevolgen van ijzertekorten voor de groei?
Hoe controleer je het effect van de ijzerprik?
De eerste tekenen van bloedarmoede door ijzertekort zijn een ruw haarkleed en bleke slijmvliezen. De huid is gerimpeld en de varkens zijn lusteloos, met hangende kop en oren. De dieren vertonen een gebrek aan eetlust en een verminderde gewichtstoename. Bovendien zijn deze dieren ook gevoeliger voor ziekte, door een verstoorde werking van het afweersysteem. Naarmate de bloedarmoede meer extreme vormen aanneemt, worden ook de klinische symptomen meer uitgesproken. Omdat biggen een routinematige ijzerinjectie krijgen komt deze extreme vorm van bloedarmoede niet vaak voor en is het dus onmogelijk om visueel te beoordelen of de ijzerinjectie het gewenste effect heeft. Bloedarmoede door ijzertekort kan het best opgespoord worden door een bepaling van het hemoglobine gehalte in het bloed. De test kan snel en gemakkelijk op het varkensbedrijf zelf uitgevoerd worden door gebruik te maken van een draagbaar meettoestel. Lees meer
Ondanks ijzerprik toch biggen met bloedarmoede. Hoe komt dat?
Uit de analyse van gegevens van diagnostisch onderzoek op 23 Nederlandse bedrijven waar in totaal 690 biggen bemonsterd werden, is gebleken dat er ondanks de routinematig toegepaste ijzerprik toch nog biggen met bloedarmoede voorkomen. Op deze bedrijven hadden 10% van de gecontroleerde biggen klinische bloedarmoede en 42% van de biggen had suboptimale hemoglobine waarden. Slechts 47% van de biggen hadden een optimaal hemoglobine gehalte. Er werden ook duidelijke bedrijfsverschillen waargenomen.
Verschillende oorzaken kunnen aan de basis liggen van deze tekorten, zoals het tijdstip van de ijzertoediening, de nauwkeurigheid waarmee het ijzer wordt toegediend (verliezen door terugvloei, correctheid van de dosis), het gebruikte ijzerpreparaat, de groeisnelheid van de biggen, de toomgrootte, bloedverlies door bv. navelbloeden, ... Wanneer op een bedrijf wordt vastgesteld dat de ijzerprik niet het gewenste effect heeft, dan is een grondige evaluatie noodzakelijk.
Invloed van bloedarmoede op de groei
In een grootschalig Canadees onderzoek waarbij 20 bedrijven en 1095 biggen betrokken waren, werden per bedrijf 13 tot 20 tomen onderzocht. In elke toom werd bij 3 biggen (1 groot, 1 normaal en 1 klein big) het gewicht bepaald 1 tot 2 dagen voor het spenen en 21 dagen later. Tegelijkertijd werd ook het hemoglobine gehalte gemeten. In deze studie werd berekend dat biggen die rond speenleeftijd bloedarmoede hebben (hemoglobine gehalte ≤ 90 g/l bloed), in de eerste 3 weken erna 820 gram minder groeien dan biggen die geen bloedarmoede hebben.
In een andere studie werden 5 varkensbedrijven met gemiddeld 1000 zeugen onderzocht. In elk bedrijf werden 20 tomen geselecteerd. Per toom werd 1 big geselecteerd, waarbij 1 tot 3 dagen voor het spenen het hemoglobine gehalte werd gemeten. Op dit tijdstip werden de biggen ook gewogen. Een tweede gewichtsregistratie volgde 3 weken na spenen. In deze studie werd eveneens een positieve associatie waargenomen tussen het hemoglobine gehalte bij spenen en de dagelijkse groei in de eerste 3 weken na spenen. Er werd berekend dat een toename van het hemoglobine gehalte met 10 g/l bloed correspondeerde met een toename van de dagelijkse groei met +17,2 g/dag in de eerste 3 weken na spenen.
Conclusie
Uit onderzoek is gebleken dat bloedarmoede door ijzertekort een niet te onderschatten impact heeft op de groei en dit zowel voor als na het spenen. Zoals in een eerder artikel al gemeld, heeft het gewicht bij spenen een grote invloed op de groei van de gespeende biggen en vleesvarkens, waarbij varkens met een hoger speengewicht hun gewichtsvoordeel verder uitbreiden tijdens de batterijfase en in de mesterij. Voor meer informatie hierover. Lees meer
Maatregelen die ervoor zorgen dat de biggen tijdens de zoogperiode optimaal kunnen groeien, zoals een goede ijzervoorziening, hebben ook na het spenen een gunstige invloed op de prestaties. Twijfelt u of de ijzervoorziening van uw biggen voldoet aan de normen? Vraag ernaar bij uw dierenarts of contacteer Ceva Santé Animale.
Bronnen
- Svoboda et al. Effect of Per Os Iron Lactate Supplement on Development of Haematological Profile of Piglets in the Early Postnatal Period. Acta Vet. Brno, 2004, 73: 431-436.
- Bhattarai et al. Association between hematological status at weaning and weight gain post-weaning in piglets. Livestock Science 182 (2015) 64–68.
- Perri et al. An investigation of iron deficiency and anemia in piglets and the effect of iron status at weaning on post-weaning performance. Journal of Swine Health and Production, Jan-Febr 2016.
- Ceva, data on file