Hosannacijfers en selectief goochelen met vleesconsumptie
‘De supermarktverkoop van vleesvervangers in Nederland is in 2017 flink gestegen’ kopt het marktonderzoeksbureau IRI. Het onderzoek, wellicht in opdracht van Green Protein Alliance (GPA), geeft aan dat de consumptie van vleesvervangers vorig jaar met 17 procent toenam ten opzichte van 2016. De afzet van plantaardige variaties op zuivel groeide met 6,6 procent. Hier tegenover staat een dalende supermarktverkoop van vlees met 1,7 procent en zuivel met 1,3 procent. Mooie hosannacijfers in de Nationale Week zonder Vlees, maar er staat nergens vermeld dat consumenten minder vlees zijn gaan eten door vleesvervangers. Ook wordt er louter in percentage gerekend. Absolute getallen over het aantal kilogrammen vleesvervangers worden niet gepulbiceerd. Logisch, want die absolute cijfers zijn weliswaar groeiend, maar nog steeds klein en niet indrukwekkend; percentages wel. Onderzoeksbureau GfK noemt de Nederlandse markt voor plantaardige vleesvervangers 'vrij klein'. In de totale markt van vlees was in 2016 het aandeel ongeveer 2,5 procent. 17 procent groei van 2,5 procent is infeite 0,425 procent groei in marktaandeel. 17 procent vleesvangers hebben dus geen 1,7 procent vlees vervangen. De groei is dus op een andere manier ontstaan. Wellicht omdat het gewoon gemakkelijk is en men het een ideale en lekkere vervanger van groente vindt.
Vleesvervanger vervangen geen vlees
„De uitkomsten zijn illustratief voor de verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitconsumptie door consumenten”, meent Jeroen Willemsen, woordvoerder van GPA. “We zijn met z’n allen goed op weg om minder vlees en zuivel en meer noten, peulvruchten, paddenstoelen, vleesvervangers en zuivelalternatieven te eten. Iedereen begrijpt dat het simpelweg beter is om plantaardige eiwitten die voor menselijke consumptie geschikt zijn zelf op te eten, in plaats van ze aan dieren te voeren met alle verliezen van dien.” Het commentaar is preken voor eigen bestaansrecht. De consument is nauwelijks minder vlees gaan eten, want juist 2016 was een jaar dat de Nederlander weer wat meer vlees at. Wellicht is de 1,7 procent gewoon een normale fluctuatie.
Greenpeace campagne
Greenpeace bleef deze week ook niet stil. De milieuorganisatie riep d dat de Belg gemiddeld 770 tot 980 gram vlees per week eet, wat 2 tot 2,5 maal meer is dan de aanbeveling om wekelijks niet meer dan 400 gram te consumeren. „Slechts 10 procent van de Belgen respecteert de officiële aanbevelingen”, verkondigde Greenpeace. Ze start daarom een internationale campagne om tegen 2050 zowel de productie als de consumptie van vlees met de helft te verminderen. 400 honderd gram is nog geen 60 gram per dag en volgens sommige voedsel- en onafhankelijke milieudeskundigen kunnen we gerust meer vlees eten. Sanderine Nonhebel, universitair hoofddocent Milieukunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, vindt 30 kilo per jaar een goede maatstaf; dat is 600 gram per week.
23 of 64 procent broeikasgasvermindering
Volgens Greenpeace wil 66 procent van de Belgen hun vleesverbruik verminderen, terwijl 60 procent dat in de afgelopen vijf jaar al deed. Zo zou de uitstoot van broeikasgassen met 64 procent verminderd worden in vergelijking met de actuele modellen, maar zou er ook voldoende voedsel beschikbaar worden gemaakt voor 2 miljard mensen extra", luidt het. Maar deze week publiceerde het RIVM in BMC Public Health een onderzoek dat aangeeft dat 75 procent kleinere vleesportie voor een 23 procent lagere voedselgerelateerde broeikasgasuitstoot zorgt. Voedsel is volgens RIVM daarnaast verantwoordelijk voor 20 tot 30 procent van de wereldwijde broeikasgasuitstoot. 23 procent van 20 tot 30 procent is 4,6 tot 6,9 procent. Greenpeace goochelt dusdanig met cijfers dat de werkelijkheid uit het zicht verdwijnt. Overigens eten de Belgen 71 kilo per persoon. Nederland eet gemiddeld 79 kilo vlees per persoon, Duitsland 88 en Frankrijk 91 kilo. Gemiddeld voor de hele EU ligt de vleesconsumptie op 86 kilo per persoon. België zou dus het laatste land moeten zijn waar Greenpeace campagne start.
Cijfers kloppen niet
Voor het COV, de koepel van vleesverwerkende bedrijven in Nederland, werd het deze zondervleesweek een beetje teveel en schreef in een persbericht dat veel cijfers die gebruikt worden om tegen vleesgebruik te pleiten, niet zouden kloppen. De vleesconsumptie wordt te hoog in geschat, het watergebruik verkeerd voorgesteld en vergelijkingen met autogebruik kloppen niet. COV: „De ‘Week zonder Vlees’ toont een vertekend beeld van de milieuwinst die de actie zou opleveren. Wij zijn van dit selectieve gegoochel niet onder de indruk, maar verbazen ons wel hoe gemakkelijk iedereen de aangeboden cijfers en feiten voor waar aannemen."
Het RIVM stelt dat de gemiddelde vleesconsumptie van mannen en vrouwen tussen de 19 en 50 jaar op respectievelijk 130 en 88 gram per persoon ligt. Dit komt overeen met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van het Voedingscentrum. De organisatie van de Week Zonder Vlees spreekt echter over een consumptie van 200 gram vlees per persoon. Ook zou vergelijking met de CO2 uitstoot van het verkeer versus vlees mank gaan. De organisatie vergelijkt de uitstoot met nieuwe autotechniek, maar in werkelijkheid ligt de CO2 uitstoot vele malen hoger en ligt de besparing volgens COV 60 procent lager.
Shocktherapie voor consumenten
Voor de NGO’s is deze week vooral weer bedoeld om hun eigen bestaansrecht te rechtvaardigen en te verstevigen door mooie doemscenario’s te vertellen, cijfers aan te dikken of om er mee te jongleren en vooral de consument via shocktherapie een moreel besef bij te brengen. Zieltjes winnen. Sommige criticasters van de milieuorganisaties herkennen de aloude prediker die met bange verhalen over de hel zijn volgelingen in het gareel houdt, maar tegenwoordig is milieu de nieuwe religie.