Column: Sjaak van der Tak: Ook internationale werknemer dupe van falend woonbeleid
Internationale werknemers zijn voor de land- en tuinbouw onmisbare krachten. Mede door hun inzet kan Nederland excelleren als groente- en fruitproducent, uitblinken in de dierhouderij en de top zijn op het gebied van teelt van bloembollen, bloemen en planten. Voor veel werkgevers in de agrarische sector zijn arbeidsmigranten een belangrijke groep werknemers in het totale personeelsbestand. Werkgevers hebben een belangrijke verantwoordelijkheid en vanuit oogpunt van goed werkgeverschap moet goed voor hen gezorgd worden. Misstanden – want die zijn er helaas ook – raken ons allemaal en zijn niet representatief. Goed werkgeverschap is de norm, en goed wonen is daar een integraal onderdeel van.
Het wordt agrarisch werkgevers echter niet makkelijk gemaakt om hun arbeidskrachten te huisvesten. Het ontbreekt aan voldoende locaties waar huisvesting gebouwd mag worden. Ook krijgen ondernemers nog steeds nul op het rekest bij het aanvragen van noodzakelijke vergunningen, wordt een huisvestingslocatie maar voor een beperkte periode vergund of wordt huisvesting in beschikbare voorzieningen gewoonweg niet toegestaan.
„Het ontbreekt aan voldoende locaties waar huisvesting gebouwd mag worden"
Omdat de overheid het woningtekort tot ruim 330.000 woningen heeft laten oplopen, is er simpelweg te weinig woonruimte beschikbaar. Het bizarre is dat precies dat tekort door de overheid als argument wordt gebruikt tegen huisvesting van internationale werknemers in bijvoorbeeld woonwijken. Anderen krijgen voorrang op de prioriteitenlijstjes van bestuur en politiek, waarmee de verantwoordelijkheid voor jaren van falend beleid feitelijk wordt afgewenteld op arbeidsmigranten en hun werkgevers. En dat terwijl de economische bijdrage van alleen al Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten zeker 11 miljard euro is.
Werkgevers in de agrarische sector willen investeren in meer en betere kwaliteit huisvesting, maar worden eerder ontmoedigd dan aangemoedigd. Feit is dat duidelijk beleid ter stimulering van huisvesting voor internationale werknemers ontbreekt. Dat constateerde ook de adviescommissie onder leiding van Emile Roemer in hun rapport over internationale werknemers, en het breekt ons nu op. Het geeft ruimte aan excessen van huisjesmelkers en malafide werkgevers en uitzendbureaus. Die excessen kleuren de maatschappelijke perceptie over internationale werknemers. Zij worden als ongewenste gasten weggezet en de werkgevers die het juiste doen – de overgrote meerderheid – alsnog met argusogen bekeken.
„We roepen de politiek op om haar verantwoordelijkheid te nemen"
Hoe minder oplossingen er voor huisvesting beschikbaar zijn, des te groter wordt de verleiding van kwaadwillenden. Misstanden rondom internationale werknemers raken iedereen: arbeidsmigranten zelf als slachtoffer, werkgevers binnen en buiten de agrarische sector vanwege de oneerlijke concurrentie, en de reputatie van Nederland als beschaafd land.
De Tweede Kamer debatteert woensdag over arbeidsmigranten. We roepen de politiek op om na jaren van falend huisvestingsbeleid haar verantwoordelijkheid te nemen. Dat betekent: het wegnemen van belemmeringen voor het bouwen van meer en betere huisvesting. Geen ontkoppeling van huisvesting en werk: werkgevers die goede huisvesting op de bedrijfslocatie aan kunnen bieden zijn gewild bij arbeidskrachten, die daarmee uit de handen van huisjesmelkers blijven. En een taakstelling vanuit de Rijksoverheid voor provincies en gemeenten: alleen als er meer wordt gebouwd vermindert de druk op de woningvoorraad.
De sector neemt haar verantwoordelijkheid. LTO Nederland heeft in 2019 samen met de vakbonden het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF) opgericht. Goede huisvesting is daarmee geborgd. Nu is de overheid aan zet – alleen samen maken we een sprong vooruit voor goed werkgeverschap voor internationale werknemers!
Tekst: Sjaak van der Tak