Willie van Gemert stopt per direct met activiteiten POV en NVV
Willie van Gemert schrijft aan de NVV/POV-leden: „Ik kan mij niet vinden, en wil er ook geen verantwoordelijkheid voor dragen, in het handelen van de NVV Landelijke Bestuur ten opzichte van de NVV achterban ten aanzien van de samenwerkingsovereenkomst en vooral specifiek het negeren van de toezegging uit 2016 dat de ALV van de NVV moest instemmen met de samenwerkingsovereenkomst alvorens deze in werking zou treden (intentieovereenkomst). Als de voorzitter een half uur nodig heeft om uit te leggen waarom aan deze afspraak geen inhoud gegeven hoeft te worden, dan is dat ongeloofwaardig. Het staat er, het is toegezegd, dus uitvoeren. In mijn bestuursmentaliteit is dit onbehoorlijk bestuur, ondenkbaar en onaanvaardbaar.”
Van Gemert wijst in zijn openbare brief ook naar een onwerkbare situatie tussen hem en de huidige NVV voorzitter, die eind vorig jaar ontstond. „De voorzitter heeft geen vertrouwen meer in mij en kan niet vertellen of het vertrouwen nog hersteld kan worden en tot overmaat van ramp wordt er aan mijn integriteit getwijfeld (maart 2018). Een door mij geaccepteerde bemiddelaar/bemiddel poging (dec 2017)is niet aanvaard door de voorzitter van de NVV. In de laatste Landelijke Bestuursvergadering van de NVV wilde ze de tekst (over mijn integriteit )die ze op papier had staan niet herhalen voor het voltallige Landelijk Bestuur, deze tekst was al voorgelezen op de extra NVV bijeenkomst in Berkel-Enschot. Dit is echt onbehoorlijk bestuur, te laf om in een Landelijk Bestuur een tekst (waarin de woorden zelfverrijking, bizar, belangen verstrengeling, moet stoppen voorkwamen) te herhalen die ze wel voor een zaal met varkenshouders heeft uitgesproken. Dit zijn de belangrijkste punten voor mij om te besluiten het NVV lidmaatschap op te zeggen.”
„Ik kan en wil geen enkele verantwoordelijkheid dragen of geassocieerd worden nu of in de nabije toekomst met twee specifieke onderdelen van de samenwerkingsovereenkomst”, vervolgt Van Gemert in zijn brief. „Een en ander zoals is verwoord in de brief van drie Brabantse regio’s. Alle pogingen om het besluitvormingsproces lokaal en provinciaal helder te krijgen lopen stuk, zelfs het toegezegde organogram komt er niet. De POV voorzitter weigerde op de extra NVV bijeenkomst een door de regio gemaakt organogram toe te zeggen of het organogram correct was of niet ook na aandringen vanuit de zaal, bleef ze weigeren. Dit ondanks de toezegging in een eerdere POV werkgroepvergadering van West-Brabant waar met overtuiging door de voorzitter werd gezegd dat zonder organogram de overeenkomst niet wordt getekend (febr.2018 ) Helaas ook een loze belofte. Deze bestuursstijl stuit mij tegen de borst, als dan ook nog op vraag van een varkenshouder of in de huidige samenwerkingsovereenkomst de ZLTO B.V. nog eens een vergelijkbaar convenant kan afsluiten zoals de ZLTO in het verleden heeft gedaan en dat wordt ook nog bevestigend beantwoord, dan slaan we met deze samenwerkingsovereenkomst de plank op dit onderdeel volledig mis. Ik neem het de POV kwalijk dat ze categorisch weigert om rekening te houden met de specifieke Brabantse situatie, de zwaarste provinciale eisen voor de varkenshouders en de hoogste lasten voor de varkenshouder. Een ZLTO die tevens eigenaar is van de Vion slachterijen, waardoor conflicterende belangen ontstaan. Dit schreeuwt om aanvullende eisen/extra waarborgen. Het herhaaldelijk vragen om vertrouwen door het POV-DB in de toekomstige samenwerking kan niet gebaseerd zijn op handelen van de ZLTO in het recente verleden. Op belangrijke dossiers zoals ammoniak en geur liggen de standpunten ver uit elkaar, ook dit vraagt om duidelijke besluitvormingsprocessen. Vertrouwen krijg je op basis van handelen, niet op basis van herhaaldelijke verzoeken.”
Van Gemert besluit zijn brief: „Één varkensgeluid is een goede zaak, maar niet tot elke prijs. We gaan op onderdelen op provinciaal niveau eerder toe naar een situatie zoals die was onder het Landbouwschap in plaats van een situatie die past bij deze tijd een goede sectorale belangenbehartiging met deling van de macht op alle niveaus en waar mogelijk samenwerken.”