‘Nederlandse politiek moet Duitsland de wacht aanzeggen over varkenspestbestrijding’
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/03/93/454/hunden_avp.-detail.jpg)
Roland van Asten, die in de Duitse deelstaat Thüringen een varkenshouderijbedrijf heeft, maakt zich grote zorgen over de aanpak van varkenspest in Duitsland. Het risico dat de ziekte westwaarts keert, wordt met de dag groter. Van Asten staat als aanjager van de samenwerking van de Oost-Duitse belangbehartigers voor de varkenshouderij in contact met varkenshouders in de getroffen deelstaten Brandenburg en Saksen.
„De regeringen in met name Brandenburg is telkens net een slag te laat. De mensen in deze deelstaat, die de verantwoordelijkheid hebben, zijn niet in staat om de maatregelen te nemen die nodig zijn om de ziekte in een snel tempo te bestrijden. Bovendien zijn ze niet bereid het geld te spenderen dat nodig is voor bestrijding. Het probleem in de bestrijding is namelijk geld, kennis en overtuigend en daadkrachtig beleid. Zo lopen er nu nog steeds biovarkens buiten in het gefährdete gebiet (risicogebied). Om de houderij zit weliswaar een dubbel hek, maar om de biovarkens te voeren, rijden er wel trekkers het terrein op en af over de openbare weg in het risicogebied. Daarnaast is er het risico dat vogels zoals kraaien en eksters de varkenspest van gestorven kadavers op deze biovarkens overbrengen door de virusdeeltjes via hun snavel of door het verliezen van delen van deze aan AVP gestorven dieren boven de uitloop af te werpen. De kans is weliswaar klein, maar de consequenties zijn enorm.”
Varkenshoudende burgers
Een ander risico waar niet actief wordt gehandeld, zijn de zogenaamde varkenshoudende burgers, die traditioneel een paar varkens houden om voor zichzelf in de winter te slachten. In Oost-Duitsland mag men namelijk nog thuis slachten. „De mensen voeren varkens bieten en ruwvoer uit gebieden waar wilde zwijnen leven en sommige van hen voeren ook keukenafval. Dat is toch één van de grootste bedreigingen”, geeft Van Asten aan. „Alle varkenshouders in het risicogebied zouden moeten voldoen aan strengen eisen op het gebied van biosecurity. Bedrijven die hier niet aan voldoen moeten met financiële ondersteuning snel op niveau worden gebracht; anderen die hier niet aan voldoen, moeten zo snel mogelijk worden gesloten.”
Alles te langzaam
Maar eigenlijk geldt op elk vlak van de bestrijding dat het te langzaam gaat. „De regering van Brandenburg zegt dat het een marathon is van de lange adem, maar dit is een crisissituatie. Er moet nu een snelle sprint getrokken worden om voor het probleem uit te lopen. Nu zie je dat ze steeds achter de feiten aanlopen door een trage reactie. Zo is het hekwerk niet snel genoeg en op tijd gebouwd en bovendien op veel plaatsen niet goed uitgevoerd. Er zijn nog grote stukken met de grens met Polen waar geen hekwerk staat. Juist in deze gebieden zijn recent ook nieuwe gevallen geconstateerd. De wilde varkens zwemmen gewoon over de rivier Oder.”
Het ontbreken van hekwerk is maar een van de punten die volgens de Nederlandse varkenshouder de eliminatie vertraagd. „Er is ook geen eliminatieconcept, want jagers weten nog steeds niet wat ze moeten doen. Nu is er eindelijk wel een helikopter die de wilde zwijnen in kaart brengt, maar dat had al veel eerder moeten gebeuren. De informatie die de helikopter vergaart, wordt vervolgens weer niet met de betroffene jagers gedeeld. In veel gebieden had men ook al veel eerder met de actieve jacht op de wilde zwijnen moeten beginnen. Dan hadden we ook al veel eerder met de eliminatie kunnen beginnen. Hoe meer gebieden leeg, hoe kleiner het risico. De jacht moet daarbij niet alleen in het risicogebied, maar ook in de beschermingszone uitgevoerd worden. Maar ook hier wordt niet intensief gejaagd. Er zijn ook speciale vallen nodigen om een hele rotte wilde zwijnen te vangen. Alle zwijnen moeten weg. Er moeten mensen, leger en politie met warmtecamera’s ingezet worden om effectief te kunnen jagen en te zorgen dat de varkenspest zich niet verspreidt. Maar dit doet de regering zelf niet eens in de gebieden waar zij zelf regie over heeft.
`Selffulfilling prophecy’
Ondertussen ziet Van Asten de verspreiding verder gaan. „Je ziet dat de varkenspest zich in Duitsland invreet en dat het steeds moeilijker wordt om de wilde zwijnen op te ruimen. Het begint te lijken op een `Selffulfilling prophecy’.”
Een belangrijk aspect waarom de bestrijding van varkenspest zo warrig en inefficiënt verloopt, is de lastige Duitse politieke structuur met districten, Kreizen, Länder en Bund. Ieder heeft zijn eigen verantwoordlijkheden, macht en taken, maar ze werken nauwelijks samen en er is weinig ondersteuning. In de ogen van Van Asten doet iedereen maar wat. Er is geen centrale coördinatie vanuit bijvoorbeeld de landsregeringen, die hier primair verantwoordelijk zijn. „Wat wij, de Duitse varkenshouders, nu willen, is dat er veel meer centraal georganiseerd gaat worden. Door de warrige structuur worden er geen ingrijpende beslissingen genomen. Bovendien zijn de Grüne aan de macht, maar we kunnen bij hen geen duidelijke motivatie ontdekken om de juiste dingen te doen. Zo is er te weinig testcapaciteit om zwijnen buiten de zones te gaan testen. Dit zou door de Duitse Bondsregering geregeld kunnen worden, maar dat gebeurt niet. Al deze zaken hebben we al vanaf oktober aangekaart, maar zonder resultaat.”
Slechte informatievoorziening
De Nederlandse varkenshouder in Duitsland is echter nog niet klaar met zijn lijst van zaken die niet goed lopen. „De informatievoorziening van uit de deelstaatregeringen is ook slecht. Alleen de positieve zaken worden gedeeld en daarnaast maken ze weinig bekend. Om hier een tegenwicht aan te bieden, hebben we als Oost-Duitse varkenshouders een film gemaakt, die ook op de Pig Business website is gepubliceerd. Met de video willen zorgen dat belangbehartigers als de ISN en politici te informeren, zodat alle actoren een actievere rol gaan spelen.”
Door alle tekortkomingen en het gevoel dat de urgentie van de bestrijding niet goed genoeg op het netvlies van de deelstaatregeringen staan, willen de Duitse varkenshouders dat iedere deelstaat zich actief gaat bemoeien met het beleid en inwerkt op Brandenburg door kritische vragen te stellen. Van Asten: „Maar het gaat ook om ondersteuning van de andere deelstaten met geld, mensen, middelen en kennis om deze crisis zo snel mogelijk op te lossen. Ook de Bondsregering moet met meer ondersteuning en geld over de brug komen. Saksen geeft nu wel aan dat ze hulp nodig hebben, maar die hulp is er nog niet en moet wel komen. Dat baart ons grote zorgen. We verwachten daarnaast van landen als Nederland dat zij ook druk gaan uitoefenen, want dat is ook in het belang van Nederland. Als dit fout gaat, loopt heel Noordwest Europa een risico; zeker als AVP bij varkens uitbreekt. Dan ligt hele vleeshandel in Duitsland plat en is de impact groot.”
Ingrijpende maatregelen
Van Asten pleit daarom voor veel meer ingrijpende maatregelen en ziet Frankrijk als voorbeeld. „De Fransen hebben direct gehandeld bij de uitbraak in België. Ze hebben meteen een hekwerk geplaatst en het gebied leeggejaagd. Dat het Duitsland ook direct moeten doen toen duidelijk werd dat de varkenspest in Polen langzaam richting Duitse grens ging. Ze hebben twee jaar geleden nagelaten actie te ondernemen en een hekwerk te plaatsen bij de grens. De grens met Polen is bovendien nog steeds niet dicht. Dat is dramatisch. De enige deelstaat die wel actie heeft ondernomen, is Mecklenburg-Voor-Pommeren. Die heeft het hek bij de Poolse grens allang aangelegd. Ook moet nu direct begonnen worden, en daar pleiten wel maanden voor, met het aanleggen van een tweede barrière langs een aantal snelwegen, zodat de varkenspest zeker binnen het huidige gebied blijft. Deze grond is sowieso eigendom van de Duits staat, maar ook hier hebben wij geen instemming ontvangen. Eigenlijk moet Duitsland een wetgeving maken om het probleem aan te pakken. Er moet een crisiswet Varkenspest komen, waarbij elk middel kan worden gebruikt.”
De regie oppakken
Saksen en Brandenburg moeten volgens Van Asten nu de regie oppakken, investeren en niet-populaire maatregelen nemen. „Niet alleen voor de varkenshouders, maar ook de akkerbouwers worden beperkt. Toerisme ondervindt hinder door het betredingsverbod in de bossen. Ook bedreigt dit de ontwikkeling van alternatieve varkenshouderijvormen als open frontstallen, strostallen of buitenvarkens. Onbegrijpelijk dat de Grüne, die in de betroffen deelstaten voor de bestrijding verantwoordelijk zijn en deze alternatieve vormen van varkenshouderij propageren, als enige juiste niet adequaat handelen.”