Rekenregels voor vleesvarkens mogelijk op de schop
De huidige uniformeringsafspraken in de varkenshouderij dateren uit 2012. Maar sinds de invoering van de corrigerende rekenmethodes is er veel veranderd volgens Kasper Bekker van Saldo Advies Varkenshouderij.
De specialist vindt daarom dat de gecorrigeerde cijfers op de schop moeten. Hij schreef er een blog over en deelde die met partijen uit de sector. Een voorbeeld dat hij in zijn artikel noemt: vanaf 2012 wordt in een standaard traject 25 kilogram als opleggewicht gebruikt voor biggen. Het levende aflevergewicht is 117 kilogram. Dit is dus een groeitraject van 92 kilo totaal.
Maar Bekker merkt dat het groeitraject in de afgelopen acht jaar van 92 naar 100 kilogram is gegaan. „Ik kijk van varkenshouders vaak de vraag: ‘wat is mijn voederconversie tussen de 20 en de 25 kilo?’ of ‘wat is de groei tussen de 117 en de 125 kilogram?’ Dat kun je nu met de huidige regels niet goed uitrekenen omdat het traject waarover je corrigeert veel langer is. 1 kilo corrigeren, bijvoorbeeld als een varkens een groeitraject heeft van 118 kilo, gaat nog, maar bijvoorbeeld vijftien kilo corrigeren is wel lastig.”
Hij pleit er daarom ook voor om de afwijkende cijfers (de groei en de voederconversie in het traject van 20 tot 25 kg big en van 117 tot 125 kg) te vermelden.
Bekker doet een aantal voorstellen. Hij pleit ervoor om de voeropname in de eindfase na 117 kilogram als variabele door het bedrijf te laten invullen omdat er grote verschillen zijn tussen bedrijven in de voeropname in de eindfase. „In elk geval is het kansrijk dat de voeropname hoger is dan de 2,38 kg waarmee nu ongeveer gerekend wordt. In mijn tabel is 2,7 kg ingevuld", duidt hij.
Ook is de voerefficiëntie in de eindfase (zie tabel) in zijn beleving ongunstiger dan 122,3 procent. Hij rekent zelf bij 117 kg met 126 procent met een toename van 0,36 procent per extra kg gewicht aan het eind. Bij gemiddeld 121 kg is dat 127,44 procent van de gecorrigeerde VC.
Met de hogere voeropname en de ongunstiger VC rekent het model zelf uit wat de groei in de eindfase is. Deze is per bedrijf variabel omdat zowel de VC als de voeropname in deze berekening bedrijfseigen cijfers zijn.
Economisch belang
Wat een vernieuwing van de rekencijfers oplevert? „Het is voor een varkenshouder belangrijk dat hij goede getallen heeft waarmee hij kan rekenen. Het is namelijk economisch gezien voor hem wel belangrijk om te weten of het qua groei en voederconversie loont om varkens op twintig kilo al op te leggen of om ze zwaarder af te leveren", vertelt Bekker.
Unaniem eens
De blog van hem heeft veel los gemaakt. „Ik heb de blog met een aantal partijen uit de sector gedeeld. Vervolgens heb ik een zoommeting gehad met zo’n vijf mensen. Die waren het unaniem eens: de cijfers moeten aangepast worden. Binnenkort is er een meeting met zo’n twintig personen waarna er verder over wordt gesproken. Maar het is nog niet zeker of de rekenregels aangepast gaan worden. Dat is aan de uniformeringscommissie", aldus de specialist.
Het is nog niet duidelijk hoe dit wordt gefinancierd, laten Bekker en AgroConnect weten.