Commotie over WUR-rapport MijnVoer
‘We staan achter praktijkcijfers MijnVoer-rapport’
De mengvoerindustrie vindt dat Wageningen University & Research zich voor het karretje van MijnVoer.nl heeft laten spannen. Via koepelorganisatie Nevedi hebben de mengvoerbedrijven hun bezwaren bij Wageningen UR neergelegd en sommige bedrijven eisen zelfs een rectificatie. Het rapport is door landbouweconoom Robert Hoste uitgevoerd in opdracht van MijnVoer. Zijn bevindingen zijn gebaseerd op verschil in voerprijzen, zoals die gepubliceerd zijn in de agrarische media, waaronder Pig Business. De cijfers voor productieverbetering zijn aangeleverd door MijnVoer. Deze cijfers zijn wel tegen het licht gehouden om te zien of de technische verbeteringen haalbaar zouden kunnen zijn. Gezien de grote spreiding in productietechnische resultaten tussen varkensbedrijven zijn de aangedragen verbeteringen op zichzelf haalbaar. Hoste heeft geen aanleiding gezien de veronderstelde relatie tussen constante grondstofsamenstelling en productietechnische resultaten ter discussie te stellen. Dit staat ook duidelijk in het rapport vermeld. Dat de cijfers onbetrouwbaar zijn, is evenwel niet gezegd.
Verbetering productie resultaten
Het rapport stelt dat de voerkosten van Europese varkenshouders 6 tot 8 euro per big en op gesloten bedrijven 16 tot 19 centen per kilogram vleesvarken omlaag kunnen. Voor Nederland ligt dit bedrag op 6,30 euro per big en 16 centen voor vleesvarkens. Een deel van de verlaging wordt behaald door een lagere voerprijs. Dit concludeert Hoste op basis van vergelijk van WUR- en MijnVoer prijzen, zoals die maandelijks worden gepubliceerd in de verschillende agrarische media. In Nederland voor biggen is dit 2,90 euro door lagere biggenvoerkosten en 1,90 euro door lagere zeugenvoerkosten. Voor de vleesvarkens is deze besparing voor ongeveer 6 centen per kilogram gerelateerd aan de besparingen bij de biggen en 9 centen per kilogram op de voerkosten. Volgens MijnVoer gaat het om een verbetering van de productieresultaten met 1,5 extra grootgebrachte big per zeug per jaar, 0,15 lagere voederconversie en 50 gram meer groei per dag bij de vleesvarkens.
Inventarisatie praktijkcijfers
In het rapport en de kritiek van Nevedi gaat het om de veronderstelde link tussen betere technische resultaten en de constante grondstoffensamenstelling. De cijfers zijn volgens de overkoepelende organisatie niet getoetst door Robert Hoste, maar hoe zijn deze cijfers eigenlijk berekend en hoe betrouwbaar zijn ze? Voeradviseur Edward van den Elsen van Solfeed heeft onder meer de cijfers geleverd en legt uit: „We hebben een inventarisatie gemaakt van de resultaten toen varkenshouders met MijnVoer begonnen en deze met de resultaten vergeleken nadat ze al een tijd met eigen inkoop van voer bezig waren. Daar kwam een verschil uit van 0,15 voederconversie en 50 gram extra groei. De cijfers hebben we met de cijfers van Agrovision vergeleken. Daar zagen we ook vergelijkbare voordelen. De cijfers hebben we naar Wageningen gestuurd. De cijfers zijn weliswaar niet wetenschappelijk onderzocht, maar ik sta voor 100 procent achter deze praktijkcijfers.”
Review uitgevoerd
Van den Elsen, die ruimschootse ervaring heeft in de mengvoerindustrie en al een aantal jaren als onafhankelijk voerdeskundige werkt, geeft daarnaast aan dat op het onderzoek, ook een review is uitgevoerd en dat daarop is gewacht alvorens het rapport te publiceren. „De commotie leidde er wel toe dat ik me afvroeg of ik iets over het hoofd gezien had en ik heb het rapport nog eens heel goed nagelezen. Maar ik blijf achter onze cijfers staan en de manier waarop deze in het rapport gebruikt worden.” Ook Petra Tielemans, directeur van MijnVoer, gelooft nog steeds dat de conclusies van het rapport overeind blijven. „De commotie die ik zie in de media door een deel van de mengvoerbedrijven, kan ik niet anders uitleggen dan dat ze schrikken van de resultaten van de aanpak van voerinkopen op deze wijze. Ook voor mengvoerbedrijven kan deze aanpak echter nuttig zijn, omdat de productiekosten naar beneden kunnen.” Wellicht dat als de praktijkcijfers eventueel wel wetenschappelijk geverifieerd gaan worden, er duidelijkheid kan worden verschaft. Gezien het feit dat een groot deel van de berekende besparingen sowieso al uit een lagere voerprijs komt, zal dit waarschijnlijk niet tot hele grote verschillen in de uitkomst leiden.