Hoe voorkomt u een tweedeworpsdip?
Wat is een tweedeworpsdip?
Bij een tweedeworpsdip blijft de productie van tweedeworpszeugen achter bij de productie van eersteworpszeugen. Dit uit zich in een langer interval spenen-dekken, een lager afbigpercentage en een duidelijk lager totaal aantal geboren biggen in de tweede worp. Op bedrijfsniveau kan de productie wel 0,5 gespeende big per zeug achterblijven. Bij een bedrijfsomvang van 600 zeugen betekent dit een omzetverlies tot wel € 15.000 per jaar.
Wat is de oorzaak van een tweedeworpsdip?
Een belangrijke oorzaak van een tweedeworpsdip is te veel gewichtsverlies (>12%) tijdens de lactatie. Bij magere zeugenlijnen komt dit vaker voor. Andere oorzaken zijn te veel biggen spenen en te weinig groei in de dracht. Een gelt moet 60-70 kg groeien tijdens de dracht en mag 30-40 kg afvallen tijdens de lactatie. Veel gewichtsverlies betekent ook veel spierverlies. Tijdens de volgende worp moeten deze weer worden opgebouwd. Dit kost energie en eiwit. Dit leidt tot veel embryonale sterkte en terugkomers.
Hoe kan het conditieverlies berekend worden?
Een snelle manier om het conditieverlies te berekenen is door de negatieve energiebalans (NEB) te bepalen. De formule hiervoor is: NEB = EW-inname lactatie / toomgroei
Bijvoorbeeld: 28 kraamdagen x 6 kg voer = 168 kg voer x 1,07 EW = 180 EW-inname tijdens de lactatie. Indien hiermee 75 kg toomgroei wordt behaald dan ligt de NEB op 180/75 = 2,4. De NEB ligt idealiter tussen 2,4 en 2,6. Een NEB onder de 2,4 betekent teveel conditieverlies in de kraamstal wat kan leiden tot een tweedeworpsdip.
Managementmaatregelen om tweedeworpsdip te voorkomen
- Opfokgelten moeten minimaal 160 kg wegen alvorens ze gedekt mogen worden. Spekdikte bij dekken: 12-13 mm.
- Groei 1e dracht 60-70 kg. Gewichtsafname kraamstal 30-40 kg. Nog belangrijker van dekken tot spenen: +20 kg.
- Zorg voor maximale voeropname met een automatisch voersysteem.
- Pas bij gedekte gelten een opbouwend schema toe. Hanteer daarna een Hoog-Laag-Hoog-schema (HLH).
- Haal aan het einde van de lactatie tijdig de twee tot drie grootste biggen weg bij de gelt om extra conditieverlies te voorkomen.
- Laat gelten na de lactatie drie weken herstellen.
- Voorkom te allen tijden stress in de kraamstal.
Voedingsmaatregelen om tweedeworpsdip te voorkomen
- Hanteer een driefasesysteem bij opfokzeugen met als doel om de spekaanzet te stimuleren. Stimuleer de spieraanzet niet te veel.
- De voeropname in de kraamstal moet omhoog. Voer daarom drie of vier keer daags.
- Verstrek de laatste week voor het spenen extra suiker om de follikelontwikkeling extra te bevorderen.
- Verstrek in de kraamstal liever een smakelijke samenstelling in plaats van een hoog geconcentreerde samenstelling.
Oplossing: maatwerk
Om het tweedeworpssyndroom op te lossen is maatwerk nodig. Wordt er tijdens de zeugencyclus voldaan aan de behoefte van het dier? Om dit te bepalen maken we een gedegen analyse van de kengetallen en doen we metingen in de stallen, waaronder spek- en spierdiktemeting. Op basis hiervan adviseren we welke voeders passen en welk voerschema daarbij hoort. Onze Structo-zeugenvoeders bevatten unieke eiwitcomponenten en veel vezels. Dit zorgt voor rust bij de zeugen. De zeugen halen zo meer voeding uit het voer waardoor de conditie van de zeugen op peil blijft.
Meer weten of vragen?
Heeft u vragen of wilt u een passend advies dan kunt u terecht bij Eelco van de Hoef. Ook kunt u uw gegevens achterlaten via het contactformulier.