Webinar vraaggestuurde ketens: 'De sector bestaat uit ketens en niet meer uit boeren'
Ruim 500 geïnteresseerden keken maandagavond 26 april naar de Webinar van de Rabobank. De uitzending ging verder in op vraag gestuurde ketens en wat ze de komende jaren gaan betekenen. Produceren voor de wereldmarkt is volgens de bank niet voor alle Nederlandse varkenshouders weggelegd. Het is ook één van de zes transities die de Rabobank in de eigen visie op de toekomst van de varkenshouderij presenteerde.
Maurits Steverink van True Food Projects begeleidt al zo'n 25 jaar ketenconcepten. „Ik ken geen ander land waar zoveel ketenconcepten aan de man worden bracht als in Nederland. Nederland is daar koploper in." Volgens hem is er door de klimaatverandering meer vraag dan ooit naar duurzame concepten. „Je kunt het als een bedreiging of kans opvatten. Denk na over welke markt je wil bedienen. Doe je zelf de sales of kan ik dat beter binnen een ketensamenwerking doen? Niks is goed of fout maar denk goed na over wat je zelf kunt en wat andere kunnen doen."
In de presentatie gaf de ketenmanager aan dat varkenshouders zich bewust moeten zijn voor welke markt ze produceren. „Ik denk dat we het woordje gangbare varkenshouderij niet meer moeten gebruiken. Alle ondernemers moeten zich bewust zijn voor welke markt ze produceren. Als je dat doet, dan ga je namelijk niet meer gangbaar produceren. Als je dat wel nog wel doet en je leunt op de exportmarkt, verdiep je er dan in wat daar gebeurt. Wees je bewust dat je moet excelleren in kostprijs."
Excelleren in schaalgrootte
Van de Velden Varkens (Vevar) wordt genoemd als een bedrijf dat excelleert in schaalgrootte. Het bedrijf heeft in Ospel (LB) 5.000 zeugen en 2.000 vleesvarkens, verdeeld over meerdere locaties in Nederland en Duitsland. Van de Velden investeert in extra stalruimte voor de varkens, emissiereductie, eigen mestverwerking en ze zorgen voor goede scholing van het eigen personeel. „De meerkosten uit de markt terughalen blijft moeilijk", legt mede-eigenaar Maartin van de Velden uit. „Wij geloven voor de toekomst in kwaliteit. Goede mensen en een gezond product. Onze overtuiging is dat de meerkosten zichzelf dan uiteindelijk terugverdienen, mochten we bestaansrecht hebben om de komende twintig jaar varkens te houden en onze afzet binnen 500 kilometer te kunnen doen."
Van de Velden merkt dat de samenwerking met de Duitse collega's is veranderd. „Het is meer een samenwerking geworden. Als je twintig jaar terug in Duitsland kwam dan werd je afgestraft van wat er niet goed was. Nu zie je dat die mensen een vaste leverancier zoeken. Nu doe je het samen en gaat het niet alleen maar over prijs, maar ook over kwaliteit. Ze willen daar ook voor betalen en er samen aan werken."
Midden in maatschappij
Els Bruns heeft een zeugenbedrijf in Saasveld (OV). De keuze om voor het Wroetvarken-concept te kiezen was een bewuste keuze dat ze maakte na een coachingstraject. „Binnen Wroet willen wij iets neerzetten wat aansluit bij de vraag van de consument. We willen graag in de maatschappij staan en onderdeel zijn van de samenleving en niet onszelf erbuiten plaatsen en zeggen: 'we doen het al zo goed'", legt ze uit in een video.
Ze geeft daarna ook een advies aan andere varkenshouders: „Denk na: waar sta je en waar wil je naartoe. Er is zoveel diversiteit aan afzetmarkten. Doe iets wat bij je past en maak een keuze. Als je zelf niet kiest dan wordt er voor je gekozen. De periferie moet zich ook vernieuwen. Die is nu nog teveel gericht op de grote stroom. Ze moeten naar zichzelf kijken: 'wie zijn wij, waar staan wij voor en wie is onze afnemer?'', aldus Bruns.
Steverink reageert op de ervaring die Bruns deelt: „Het is een mooi voorbeeld van boeren die samenwerken, zelf de regie nemen, een slagerskanaal kiezen en dat echt gaan ontwikkelen. Het is een kansrijke club met een mooi verhaal." Het is volgens de ketenmanager een mooi voorbeeld van een duurzame kleinschalige keten en de essentie van de varkenshouderij van de toekomst. „Het gaat niet om het aantal varkens. Het gaat erom dat je een inkomen kunt verwerven en een duurzamer segment kunt invullen."
Hou zelf de regie
Zelf de regie houden is ook iets dat Steverink adviseert. „Niemand komt jouw verdienmodel brengen. Iedereen kan een concept ontwikkelen. Verdiep je in de afzetmarkt: waarvoor ga ik produceren? Luister daarbij ook niet naar wat alle erfbetreders vertellen. Elk bedrijf die komt heeft ook een eigen belang: zo heeft de voerleverancier misschien behoefte aan schaalgrootte, maar heb jij daar als boer ook behoefte aan? Maak daarin je eigen afweging en weet naar wie je luistert."