Minister Van Ark: ‘Er was geen aanleiding stilleggen Vion’
Volgens de minister Bij Vion worden medewerkers op het terrein van de betreffende vestiging getest vóór ze aan het werk gaan. De Inspectie SZW zal blijven toezien op het structureel naleven van de coronamaatregelen. „Ook de GGD, die 1 april 2021 het bedrijf heeft bezocht, kwam tot de conclusie dat er geen grote hiaten zijn te zien in het naleven van de RIVM maatregelen binnen het bedrijf”, schrijft Van Ark. Ook zijn er bij de NVWA geen gevallen van corona onder eigen medewerkers bekend die samenhingen met het vóórkomen van corona op de genoemde slachthuizen in Boxtel en Tilburg.
34 besmettingen
Bij Vion waren er een tijd geleden 34 besmettingen gesignaleerd. De GGD zag bij de 34 besmettingen bij Vion echter een divers beeld van besmettingen op verschillende afdelingen, wat het volgens de GGD niet erg waarschijnlijk maakt dat deze mensen elkaar hebben besmet. De GGD onderzoekt dit iedere keer opnieuw bij nieuwe besmettingen. Bovendien heeft de GGD aangegeven dat het de besmettingen in de regio ziet toenemen en dus ook bij Vion Boxtel. Ondanks het gegeven dat 34 besmettingen als een clusteruitbraak wordt gezien, zag zowel GGD als de Inspectie SZW geen aanleiding om tot sluiting over te gaan.
Intensieve controle
De minister meldt verder aan de Tweede Kamer dat er in het afgelopen jaar intensief is gecontroleerd in de vleesverwerkende instructie. Dit blijft de Inspectie SZW ook in 2021 doen. Daarbij maakt de Inspectie SZW gebruik van verschillende informatiebronnen en interventiemogelijkheden. De inspecties in deze sector zijn tot nu toe allemaal onaangekondigd geweest. De Inspectie SZW beschikt ook over een coronameldpunt. Hier kunnen medewerkers klachten of signalen melden over de veiligheid van hun werkplek of de omstandigheden waarin zij moeten werken.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Vion
Bronnen: Ministerie voor Medische Zorg, Sport