Brits ministerie pleit voor verbod op export van levende dieren voor slacht
'Nu we de Europese Unie hebben verlaten, heeft het Verenigd Koninkrijk nieuwe vrijheden om de dierenwelzijnsnormen verder te verhogen en de positie als voorvechter van dierenrechten te versterken', zo schrijft het ministerie in een persbericht.
Deze week presenteerde de Britse minister van Milieu, George Eustice, een actieplan van twintig pagina's waarin het maatregelen noemt om het welzijn voor huisdieren, dieren in het wild en dieren in het buitenland te verbeteren.
Zo overweegt Defra om de export van levende dieren voor vetmesting en slacht in de ban te doen. Ook wil het nieuwe maatregelen introduceren om het welzijn tijdens het transport en in het slachthuis te verbeteren. Daarnaast wil het de politie meer bevoegdheden geven om op te treden tegen hondenaanvallen op veestapels.
Onderzoek kraamhokken
Om het dierenwelzijn te verhogen gaat het ook een nader onderzoek instellen naar het houden van zeugen in de Britse varkenshouderij. Zo overweegt het ministerie om het gebruik van kraamhokken voor zeugen te verbieden. Om de stap voor meer dierenwelzijn mogelijk te maken wil het de Britse veehouders financieel ondersteunen. In 2020 strandde een amendement van een parlementslid die een verbod op kraamstallen wilde.
De komende tijd gaat het Defra in gesprek met het publiek, welzijnsorganisaties en bedrijven. Uiteindelijk wil het ministerie de voorstellen uitvoeren via primaire wetgeving (dierenwelzijn (Sentience), Wetsvoorstel voor Dieren en Dieren in het Buitenland), secundaire wetgeving en niet-wetgevende maatregelen.
Gelijke monniken, gelijke kappen
De president van de National Farmers Union (NFU), Minette Batters, reageert op de plannen. „Ik maak me ernstige zorgen over het voornemen van de regering om in ons land de lat hoger te leggen, zonder enige zekerheid dat dezelfde normen zullen worden toegepast op import. Er zijn nog steeds veel praktijken toegestaan in landen waarmee we momenteel onderhandelen en die hier om welzijnsredenen verboden zijn. Het is bijvoorbeeld niet ongebruikelijk dat reistijden voor levende dieren in Australië langer zijn dan 24 uur zonder toegang tot voer of water. Ter vergelijking: de regering heeft onlangs geraadpleegd over het terugbrengen van de binnenlandse reistijd in het VK tot acht uur. Als de overheid hier de welzijnsgrens hoger wil leggen, moet ze dat doen voor de import van voedsel."