Voergroep Zuid berekent CO2 voetafdruk voor haar varkensvoer
Met de berekening verwacht de veevoerproducent een belangrijke bijdrage te leveren aan het transparant maken van deze duurzaamheidsaspecten in de varkensvleesketen en te laten zien dat wat betreft de CO2- footprint de sector goed presteert. Een dergelijke duurzaamheidsberekening en transparantie is nodig, omdat steeds meer vleesverwerkers en retailers de wens hebben om de duurzaamheid van voedselproductie inzichtelijk te maken voor de consument. Dit sluit aan bij de in het klimaatakkoord gemaakte afspraken dat alle voedingsmiddelen uiterlijk 2025 een CO2-footprint meekrijgen. Met het vermelden van de drie duurzaamheidskenmerken op haar voerlabels (CO2-footprint, percentage circulair en percentage Europese herkomst) voorziet Voergroep Zuid varkenshouders, vleesverwerkers en retailers van belangrijke informatie om transparant te kunnen zijn over de duurzaamheid van Nederlands varkensvlees.
CO2-footprint
Bij de productie van vlees komen broeikasgassen vrij, zoals CO2, methaan (CH4) en lachgas (N2O). Al deze gassen worden omgerekend naar CO2-equivalenten per kg product. Voergroep Zuid berekent de CO2- footprint van haar voeders volgens de, in opdracht van brancheorganisatie Nevedi, door Wageningen-UR ontwikkelde rekenmethodiek. De footprints van de gebruikte grondstoffen vormen hiervoor de basis, aangevuld met het energieverbruik van de mengvoerfabriek en het transport van grondstoffen en gereed product tot op het boerenerf. Ook het gebruik van bijvoorbeeld kunstmest bij de teelt van veevoergrondstoffen is hier in meegenomen. De rekenmethode die wordt gehanteerd sluit aan bij de internationale standaarden, zoals ISO 14040, ISO 14044 en de Europese Feed PEFCR standaard. Waar nu nog wordt gerekend met gemiddelde waarden (bijvoorbeeld voor transportkilometers) wordt dit op termijn waarschijnlijk verder verfijnd naar bedrijfsspecifieke berekeningen.
Percentage circulaire grondstoffen
Het percentage circulaire grondstoffen wordt volgens de veevoerproducent berekend door aan alle grondstoffen op basis van herkomst en productiewijze een percentage circulair toe te kennen. Dit percentage is 0 procent voor grondstoffen die speciaal voor diervoer worden geproduceerd; bijvoorbeeld voormengsels en diervoeradditieven of 100 procent voor echte reststromen die niet voor humane consumptie geschikt zijn. Bijvoorbeeld broodmix of schroten die over blijven bij de winning van lijnzaad- of raapzaadolie. Sojaschroot is (voorlopig) op 0 procent circulair gezet, omdat dit product niet alleen voor humane consumptie, maar ook voor dieren wordt geteeld. Ook voergranen staan op dit moment op 0 procent circulair.
Europese herkomst
Grondstoffen van Europese herkomst zijn gedefinieerd als grondstoffen die in de Europese landen - inclusief Oekraïne - (EU28+1) zijn geteeld of daar als reststroom beschikbaar komen bij de productie van humane voedingsmiddelen. Enkele voorbeelden zijn in Europa geteelde voergranen zoals maïs, gerst en tarwe, of schroten die overblijven nadat in Europa olie voor humane consumptie uit bijvoorbeeld raap- of lijnzaad is geperst. Schroten van in Europa geïmporteerde producten zoals sojabonen en palmpitten waaruit hier olie wordt geperst worden niet als Europese grondstoffen gezien.
Nederlands varkensvlees
Door de hoge voedingswaarde en de lage CO2-footprint vindt Voergroep Zuid dat het Nederlands varkensvlees een prima product om op een klimaatvriendelijke manier in de dagelijkse eiwitbehoefte te voorzien. Nederlands varkensvlees heeft een gemiddelde CO2-footprint van ongeveer 3,7 kg CO2-equivalenten per kg product (Blonk, 2010) en ligt daarmee beduidend lager dan de footprint van varkensvlees in de rest van de wereld (6,1 kg CO2- equivalenten per kg product). Om een goede en eerlijke vergelijking te kunnen maken tussen voedingsmiddelen kun je de footprint beter uitdrukken in CO2-equivalenten per 100 gram eiwit. Daarmee doe je namelijk ook recht aan de voedingswaarde van het product en scoort varkensvlees qua emissie ongeveer gelijk aan een op basis van soja geproduceerd product als tofu (3,5 kg CO2 eq). Varkensvlees heeft door de betere eiwitkwaliteit echter een hogere voedingswaarde.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Voergroep Zuid