Ook groei Deense varkensstapel zet verder door
In het eerste kwartaal van 2021 hebben de Deense varkenshouders hun varkensstapel weer aanzienlijk uitgebreid. Volgens een opgaaf van de Deense overkoepelende organisatie voor de landbouw- en voedingsmiddelenindustrie (L&F) werden op 1 april 2021 in totaal 13,15 miljoen varkens gehouden. Dat zijn 393.000 dieren (+3,1 procent) meer dan op 1 april 2020. In januari 2020 is de groei van de varkensstapel ingezet. Sindsdien is er sprake van een continue groei. Momenteel vertoeven het hoogste aantal varkens in de Deense stallen sinds 2007. Volgens de L&F vertoeven in alle categorieën meer varkens op de bedrijven. De groei bij de vleesvarkens is het hoogst. Dit aantal groeide in het jaar-op-jaar gemiddelde met 8,3 procent tot 3,13 miljoen dieren in het eerste kwartaal van 2021. De daling van de Deense export van biggen en vleesvarkens zorgt ervoor dat meer vleesvarkens in de eigen slachthuizen worden verwerkt.
Ook meer zeugen
Uit de opgave door de varkenshouders over het eerste kwartaal 2021 blijkt ook dat de Deense zeugenstapel verder is uitgebreid. Het totale aantal zeugen steeg op jaarbasis met 14.000 dier (+1,1 procent) tot bijna 1,27 miljoen stuks. Het aantal drachtige zeugen steeg met 0,4 procent tot 788.000 en het aantal niet-drachtige zeugen met 2,4 procent tot 477.000. De sterkste stijging deed zich voor bij het aantal nog niet gedekte gelten, namelijk met 4,1 procent tot 228.000 dieren. Dit is een duidelijk signaal dat de Denen de weg zijn ingeslagen naar een hogere toekomstige biggenproductie.
Export daalt
De stijgende varkensstapel betekent ook dat de Deense varkensvleesproductie toeneemt. Volgens L&F werden in het eerste kwartaal van 2021 in totaal 4,87 miljoen varkens geslacht. Dat zijn circa 397.000 dieren (+8,9 procent) meer dan in dezelfde periode vorig jaar. In dezelfde periode daalde de uitvoer van levende varkens met 1,6 procent tot 3,78 miljoen dieren Dit was met name te wijten aan een daling met 6,2 procent van de buitenlandse verkoop van biggen.