Kasper Bekker: vleesvarkens niet lichter afleveren vanwege hoge voerkosten
De voerprijzen zijn de laatste maanden gestegen en daardoor kreeg Bekker van medewerkers uit de veevoederindustrie vaak de vraag of de varkenshouders hun varkens lichter moeten gaan leveren om zo de voederconversie scherp te houden en de voerkosten te drukken. Medewerkers uit de voersector stellen die vraag omdat ze volgens Bekker graag laag uitkomen met de voerkosten per kilogram groei.
Lichter afleveren heeft zeker voordelen. Zo noemt Bekker dat er op jaarbasis minder voer nodig is per afgeleverd varken, hogere vleesopbrengsten ( Op jaarbasis wordt per plaats iets meer kg vlees geleverd vanwege de aankoop van meer biggen en dus vaker een startgewicht van levend 25 kg die later geleverd wordt aan de slachterij), minder mest en dat het aantal varkens dat uitvalt op jaarbasis gelijk blijft maar dat de waarde van de uitgevallen varkens iets daalt. De nadelen van het lichter afleveren zijn volgens de adviseur dat er op jaarbasis meer biggen gekocht moeten worden, dat bij een gelijke afleverstrategie het aantal staldagen afneemt terwijl het aantal leegstandsdagen per ronde gelijk blijft. Het gevolg is een iets lagere bezettingsgraad.
De tabel laat zien dat de biggen voor de vleesvarkenshouder globaal negen euro duurder zijn. Ook brengen ze negen euro per stuk meer op bij honderd kilo geslacht gewicht. De voerkosten zijn echter ook hoger bij honderd gram groei. en brengen ze ook ongeveer 9 euro per stuk meer op bij 100 kg geslacht gewicht. De voerkosten zijn echter bij 100 kg groei ook 9 euro hoger.
Wanneer een vleesvarkenshouder besluit om drie kilo lichter te gaan leveren, dan moet de opbrengstprijs met 0,77 cent per kg stijgen om de andere mutaties positief te maken. Als dat gebeurt met de financiële cijfers van het gehele jaar 2020 dan is dat 0,61 cent per kg. Evenzo is bij zwaarder leveren de prijsdaling die we mogen accepteren nu hoger dan met de cijfers van 2020.
Wanneer vorig jaar het aflevergewicht op het optimale gewicht stond, ligt dat optimale punt nu dus iets hoger. Indien er een keuze gemaakt moet worden om te schakelen van beren/gelten naar borgen/gelten dan is er ongeveer 0,33 cent per kg geslacht gewicht extra verschil nodig om de keuze voor borgen en gelten te kunnen maken. Omgekeerd is de keuze van borgen naar beren juist 0,33 cent eerder te maken daar de kg prijs met 3,69 cent mag dalen en dat was 3,36 cent/kg. Wellicht overschatten we de invloed van hoge voerprijzen in de totale mix van effecten op de voerwinst. Wanneer we lichter gaan leveren besparen we maar beperkt hoeveelheid voer. De pakketprijs stijgt echter wel omdat het aandeel start en tussenvoer gaat stijgen. Het effect van de aankoop van biggen is veel groter, zo schrijft Bekker.