CBS: 'Ruim 95 procent bevolking eet meerdere dagen tot dagelijks vlees'
Afgelopen jaar is circa een derde van de volwassen minder vlees gaan eten. Een half procent zegt in 2020 te zijn gestopt met zijn of haar vleesconsumptie, 4,7 procent geeft aan nooit vlees te eten. Circa 45 procent van de 18-plussers zegt wekelijk op maximaal vier dagen vlees te eten (flexitariërs), 30 procent eet vijf of zes dagen per week vlees en bij 20 procent staat dagelijks vlees op tafel. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Belevingen 2020’ van het CBS. In de periode februari tot en met juni 2020 interviewde deze instantie hiervoor ruim 3.600 Nederlanders van 18 jaar of ouder. Hen werd onder andere gevraagd op hoeveel dagen in de week ze gewoonlijk vlees of vis eten; bij de warme maaltijd, als broodbeleg of als snack. Het overgrote deel van de volwassenen (75 procent) eet dus nog wel vlees, maar niet iedere dag. 20 procent eet nog wel dagelijks vlees.
Hoger opgeleiden
Tijdens de enquete gaven hoger opgeleiden (hbo,wo) vaker dan lageropgeleiden aan geen vlees te eten. Van de volwassenen met een wo-opleiding zegt 10 procent geen vlees te eten en van de hbo’ers 6 procent, tegen 1 procent van degenen met alleen basisonderwijs. Volledig plantaardig eten komt het vaakst (2 procent) voor bij universitair geschoolden. Onder 18-plussers met een lager onderwijsniveau is dat minder dan 0,3 procent. Vrouwen en personen jonger dan 35 jaar geven vaker dan mannen aan dat ze geen vlees eten. Ouderen (vanaf circa 55 jaar) geven vaker aan flexitarisch te eten. Stedelingen eten vaker geen vlees of flexitarisch dan plattelandsbewoners.
Minder vlees
In 2020 zegt 35 procent van de 18-plussers dat ze in de voorafgaande 12 maanden minder vlees zijn gaan eten dan daarvoor, door vleesloze dagen in te lassen of door kleinere porties vlees te eten. De meerderheid, 58 procent, geeft aan dat hun vleesconsumptie het afgelopen jaar niet is veranderd.
Dierenwelzijn
Van de 4,7 procent die aangeven nooit vlees te eten geeft 70 procent aan dat dierenwelzijn hiervoor de belangrijkste (48 procent), dan wel een reden is (23 procent). Klimaat en milieu volgt met 59 procent op de tweede plaats. Voor flexitariërs wegen persoonlijke redenen (gezondheid, geen behoefte aan of vindt vlees niet lekker) zwaarder dan dierenwelzijn, en klimaat en milieu.
Grotere of lagere vleesconsumptie
Uit dit CBS onderzoek blijkt niet of in Nederland meer of minder is geconsumeerd. De cijfers zijn bovendien niet in een historisch perspectief geplaatst. Volgens een afgelopen najaar gepubliceerd onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) blijkt dat de hoeveelheid vlees en vleeswaren die we in Nederland consumeren in 2019 opnieuw is gestegen. In 2018 werd ook al een stijging in de vleesconsumptie geconstateerd. Het is voor het eerst sinds de jaren 2005-2009 dat er sprake is van een meerjarige stijging.
77,8 kilogram
Het totale Nederlandse verbruik van vlees en vleeswaren per hoofd van de bevolking bedroeg in 2019 77,8 kg. Dit is ruim een halve kilo boven het verbruik in 2018. Deze stijging tussen 2018 en 2019 is gelijk aan de toename tussen de voorgaande jaren 2017-2018. De stijging zit hem voor het grootste deel in het eten van pluimveevlees en een klein deel van varkensvlees.