ING: ‘In 2022 productiedaling varkenshouderij van 2 procent’
2020 was volgens de ING voor vleesvarkenshouders een jaar van uitersten. De rendementen lagen sinds april vorig jaar onder de niveaus van 2019, maar bleven positief dankzij de lage biggenprijzen dat zijn laagste niveau had bereikt sinds 2007. Desondanks kwamen sommige varkenshouders in de problemen, omdat overwinsten werden geïnvesteerd in plaats van gereserveerd. Het dieptepunt van de opbrengsten is inmiddels achter de rug en in de eerste vijf maanden van 2021 lag het rendement net onder het gemiddelde.
Opbrengsten genormaliseerd
Ook de resultaten van zeugenhouders varieerden door het kelderen van de biggenprijzen in de loop van 2020 in extreme mate: In de periode januari-mei waren ze twee-en-een-half keer zo hoog dan gemiddeld, maar eind 2020 werden de laagste resultaten in ruim tien jaar tijd behaald. Inmiddels lijken de opbrengsten genormaliseerd, maar spelen de hoge voerkosten de zeugenhouders nog parten. In de eerste vijf maanden van dit jaar bleef het rendement 16 procent achter bij het gemiddelde.
Aanbod vleesvarkens lager
Het aantal varkensbedrijven daalde in de periode april 2019-maart 2021 echter met 660 (min 16 procent) en het aantal varkens met ruim 700.000 (min 6 procent). Ook de zeugenstapel kromp fors, waardoor vooral in de tweede helft van 2021 het aanbod aan vleesvarkens verder terugloopt. De stikstof- en fosfaatproductie uit mest daalt daarmee ook en komt nog ruimer onder het Europese plafond. Deze trend zet de komende jaren door, omdat een toenemend aantal boeren geen investeringsslag meer kan maken, geen opvolger heeft en het bedrijf niet kan verkopen.
Niet dalende vleesconsumptie
Voor de overblijvende varkenshouders is het perspectief overigens positief. De vraag uit met name China blijft op peil, zolang de varkenspest daar niet onder controle is, maar ook in het binnenland. Immers ondanks de sterke groei van vleesvervangers is deze met een consumptie van 870 gram per hoofd van de bevolking nog maar een fractie van de nog niet dalende vleesconsumptie (77,8 kg).
Agrarische sector
De ING ziet dat ook de agrarische sector in 2020 is geraakt door de coronacrisis, hoewel minder dan diverse andere sectoren. De productiegroei was slechts 0,1 procent en de prijzen daalden met gemiddeld 5 procent. In 2021 lijkt gezien de goede start van het jaar (0,7 procent groei in het eerste kwartaal) een productiegroei van 1 procent haalbaar. Dit is vooral het gevolg van de productiedip een jaar geleden tijdens de eerste lockdown. In 2022 zal de volumegroei voor agrarische sector als geheel naar verwachting van de bank echter wederom nihil zijn. Het Nederlandse stikstofbeleid zal aangescherpt worden en stapje voor stapje zal dit tot een krimpende veestapel en dus een lagere productie leiden.
Meer stikstofstoppers
Het aantal stoppers in de melk- en varkenshouderij zal volgens ING vanwege vergrijzing en het ontbreken van opvolgers ook geleidelijk aan toenemen. Er is nog altijd veel onzekerheid voor diverse agrarische ondernemers, onder meer voor de PAS-melders (die nog twee jaar moeten wachten op de toegezegde vergunningverlening). Nog uitdagender voor boeren wordt de toenemende strijd om de ruimte. Er zijn hogere taakstellingen voor woningbouw, energietransitie en aanleg van natuur en de roep om voedseltransitie en kringlooplandbouw neemt toe. Voor al deze doelen wordt gekeken naar landbouwgrond via de creatie van ‘stikstofruimte’.
Europees landbouwbeleid vergroent
Ook het akkoord eind juni over het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2023-2027 gaat schoorvoetend richting verduurzaming. De eisen die gesteld worden aan landbouwsubsidies voor agrarische ondernemers worden strenger. Zo moeten akkerbouwers en groentetelers 7 procent van hun areaal braak laten liggen ter bevordering van biodiversiteit. Voor de nieuwe eco-regelingen voor milieu- en diervriendelijk boeren wordt een kwart van de directe inkomenssteun gereserveerd. Deze is voor de EU-landen naar eigen inzicht in te vullen via Nationale Strategische Plannen.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: ING