ISN: ‘geen sprake van hogere dierwelzijnseisen bij huidige lage prijzen’
De Duitse slachtvarkensnotering is vandaag, voor de vierde week op rij, ongewijzigd blijven staan op 1,48 euro per kilogram. Volgens ISN zadelen deze aanhoudend lage prijzen zowel de zeugen- als de vleesvarkenshouders op met enorme verliezen. Verliezen die bovendien worden vergroot door de sterk gestegen kosten in de afgelopen negen maanden van voeders, lonen en energie. Volgens ISN zouden de prijzen deze week zijn gedaald als de Vereinigung der Erzeugergemeinschaften für Vieh und Fleisch (VEZG) niet op de rem had getrapt bij het voornemen van de slachthuizen om de prijzen verder te laten dalen. De ISN vindt dit een schrale troost. Ze verwijst daarbij naar de actuele situatie: de gehele Duitse varkenssector bevindt zich al maandenlang in een diep prijsdal. De prijs kan nog in de been worden gehouden door een beheersbaar aanbod van slachtvarkens, waarvan het vlees in diverse andere afzetkanalen kan worden afgezet. Volgens ISN wordt elke manoeuvreerruimte naar boven in de kiem gesmoord door de actuele prijsdruk. „Aangezien de varkenshouders al maandenlang diep in de rode cijfers zitten, is een aanzienlijke prijsstijging dringend noodzakelijk”, aldus ISN.
Zwakke vleesmarkt
Als een van de oorzaken van de huidige lage prijzen wijst ISN naar het grote vleesaanbod op de Europese. Omdat China minder vlees importeert proberen exportgerichte landen zoals Spanje, Nederland en Denemarken hun overtollige hoeveelheden op de EU-markt te slijten. Een grotere vraag door de versoepeling van de coronamaatregelen en het barbecueweer compenseert niet dit groter vleesaanbod.
Prijsvergelijking
Waar ISN ook vraagtekens bijplaatst is de prijs die de Duitse varkenshouders beuren in vergelijking met de collega’s uit andere EU-landen. Duitsland bevindt zich met haar gecorrigeerde varkensprijzen op de onderste trede van de prijsladder. Zo is het verschil met Spanje 50 cent, met Denemarken 20 cent, met Frankrijk 18 cent en met Vion-Nederland 11 cent. In de ogen van ISN zijn dat werelden van verschil.
Ruim 30 euro verlies per varken
ISN onderstreept dat de aanhoudend lage prijzen voor slachtvarkens de Duitse producenten momenteel bijzonder hard treffen. Dit omdat de kosten voor het houden van varkens de laatste maanden drastisch zijn gestegen. Zo stegen de voerkosten sinds afgelopen najaar met bijna 25 procent. Daarnaast wijst ISN ook op de gestaag stijgende energie- en personeelskosten. ISN heeft berekend dat de vleesvarkenshouders momenteel op elke varken ruim 30 euro verlies lijden. Ook de zeugenhouders worden in dit prijsdal meegezogen. Door de moeilijke marktsituatie kopen de mesters weiniger biggen. Dit heeft zijn uitwerking op de biggennotering, die is gedaald tot 42,00 euro. Op dit prijsniveau is ook een kostendekkende biggenproductie niet mogelijk, stelt ISN.
Hogere welzijnseisen
De afnemers stellen steeds hogere eisen aan dierenwelzijn. Om aan deze eisen te voldoen dienen de varkenshouders fors te investeren in hun stallen. Investeringen die bij de huidige prijzen onrendabel. Bovendien wekt de huidige situatie bij varkenshouders niet het vertrouwen dat het vlees van de vetgemeste varkens met een hoger welzijnsniveau uiteindelijk tegen een redelijke prijs kunnen worden verkocht. „Pas als de varkenshouders een goede prijs beuren voor het vlees van varkens uit een momenteel gangbare stal valt te praten over een toekomst van dieren afkomstig uit stallen met een hogere dierwelzijnsniveau, aldus ISN.